kleed als Tertiaris. De verhou ding tussen haar en de zusters was tot aan haar dood goed ge weest Omdat het klooster het recht op slot had, moesten de zusters hun professie doen. De minimum leeftijd voor een novice was vijftien jaar. Eerst werd een kandidate ingekleed, zij kreeg dan het kleed van een novice. Zij werd gewezen op de verplich tingen van de Orde en moest zich verzoenen met haar "zondi ge medemens". Daarna kreeg zij een proeftijd van een jaar. Tijdens deze proeftijd werd erop gelet of zij geschikt was als non en of zij een zacht karakter had. Tijdens de proef tijd mocht de novice uittreden, of kon zij door de Orde worden afgewezen. Na de proeftijd volg de de professie. De kandidate knielde voor de ministra neer. De ministra vroeg haar dan, of zij nog banden had met an deren, d.w.z. met mannen, of zij haar schulden had voldaan en of zij aan de lasten en plichten van de Orde wilde vol doen. Daarna werd haar de biecht afgenomen, deed zij de communie en legde zij de professie-gelof te af. De novice was daardoor als non in het klooster opgeno men. Een notaris maakte van de professie een akte. In het archief van het Ursula- convent zitten enkele stukken, die betrekking hebben op de professie. Zo is er een bevesti ging van de professie-gelofte van elf nonnen uit 1434. Zij beloofden daarin o.a. te onder houden die tien geboden Godes, te houden ewighe rey- nicheit ons lichaems en onse gebreken als wi daer toe ver- maent worden ende anders als onse statuten ende reghel dier of uit wiesen...". Bij de pro fessie werd aan de novicen ge vraagd, of zij binnen drie maan den hun testament wilden maken. Als de ingetreden nonnen minder jarig waren, maakten de ouders het testament voor hun doch ters Soms werd er familie in het klooster opgenomen, zoals in het geval van de gezusters Maria en Catharina Offhuysdr. en hun nichtje Margriet Jan Hammansdr. uit Delft. Hierbij deed de familie Offhuys afstand van de rechten op de erfenis van de gezusters. In 1495 schonk Jan van der Meer uit Haarlem drie rentebrieven aan het con vent voor de intrede van zijn dochters Marie, Zue en Zille. In 1506 werd jonkvrouw Kat line van den Heetvelde geprofest. Zij kreeg hiervoor van haar broers een lijfrente van 4 pond en 10 schellingen per jaar, verzekerd op goederen bij Ant werpen. Hoe deze joffer uit Brabant in een Schiedams kloos ter verzeild raakte is niet vermeld Uit analyse van andere gegevens blijkt, dat de novicen uit de rijkere families kwamen. Een enkele maal werd het opnemen van arme meisjes gestimuleerd, zoals in een testament van Zue Jacob Offhuysdr. Een bijzonder geval was de opname van Dieuwer Dircsdr.. Dit meisje was krank zinnig en werd in 1498 door het klooster opgenomen als ge profest. Dit gebeurde overigens tegen ruime vergoeding door haar vader en haar vier broers. De novicen kwamen uit alle de len van Nederland. Slechts van Neel, de dochter van de Schie- damse burgemeester Pieter Vree- 123

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 23