landt, is bekend, dat zij uit
Schiedam kwam. Zij deed haar
professiegelofte in 1518.
Een ander aspect van het kloos
terleven was de discipline.
De tucht werd, zoals in alle
Franciscanessen-kloosters, in
de vijftiende eeuw goed onder
houden. In de zestiende eeuw
begon de kloostertucht over
het algemeen te verslappen,
niet alleen door invloeden van
de Reformatie, maar ook door
menselijke fouten en zwakheden.
In 1507 werden tijdens een
visitatie richtlijnen gegeven
over het stilzwijgen, de schuld
belijdenis in het kapittel en
het contact met de buitenwereld.
Het stilzwijgen in de kerk,
in de slaapzaal en in de refter
werd blijkbaar nogal eens door
broken
Bij zondiging diende de schul
dige syn venie bidden opt
reventer, als die susteren aff-
gaen ende spreken daervan syn
scult int capittel ende staen
tot der oversten correctie".
Het advies werd gegeven om ma
tig te zijn in het spreken,
roddelen en ijdel praten, "son-
derlinge van achterklap ende
onnutighe woirden". Als een
non tijdens een ruzie een an
dere non beledigde, dan zou
zij in een schuldbelijdenis
om vergeving moeten bidden,
van de grond eten, haar schuld
belijden en gestraft worden.
Dit was ook de straf voor de
gene, die na het kapittel, waar
de schuldbelijdenis gedaan werd,
verder vroeg naar de zonden
die tijdens de belijdenis ge
biecht werden, of aan vreemden
vertelde, wat er tijdens het
kapittel gebeurd was.
Degene, die het stilzwijgen
of het silentium brak voor
's ochtends zeven uur, of na
s avonds acht uur kreeg een
halve dag stilzwijgen boete.
De non die te laat was in de
refter voor de maaltijd, of
te laat kwam voor de mis kreeg
dezelfde straf. Stilzwijgen
was ook de straf voor de zuster
die wereldse nieuwtjes bracht.
Het was de nonnen verboden te
spreken met wereldse personen
uit de stad. Bezoek van wereld
lijke personen mocht, maar on
der strenge controle en bege
leiding
Het stilzwijgen werd echter
door de nonnen erg moeilijk
gevonden. Het was logisch, dat
er binnen de besloten gemeen
schap het nodige afgeroddeld
werd. De onderlinge naijver
moet echter wel zo groot geweest
zijn, dat de visitatoren het
tijdens de visitatie van 1507
nodig vonden de controle op
het contact met de buitenwereld
te verscherpen. Of dit geholpen
heeft, is de vraag.
Er zijn twee brieven van een
anonieme non bewaard gebleven,
die een duidelijk licht werpen
op de situatie in het klooster
in 1524. In de eerste brief,
gericht aan de baljuw van Schie
dam, klaagde zij de leiding
van het klooster aan en vroeg
zij, of de vroede vaderen van
de stad een nieuwe ministra
en pater zouden willen aanstel
len, want het regement
doech niet mit allen,
want wi leven in een verdome-
licken staet ende wi mogen onse
ziel aldus niet behouden". Het
geestelijk niveau daalde vol
gens de schrijfster met de dag,
want de kloosterleiding zou
met de wereldlijke bezittingen
van het klooster "liever broet
mede bidden". Het was "een helle
124