DE VOEDING VAN DE SCHIEDAMSE WERKLOZEN (1934-1935) Henk van der Velden De eerste wettelijke vorm van overheidszorg voor werklozen was de armenwet van 1854. Geen echte werklozenzorg dus, maar een wet waarin werd bepaald dat de overheid de armen moest ondersteunen indien de parti culiere armenzorg tekort dreig de te schieten. Gedurende de eerste conjuncturele economi sche crisis in Nederland in de jaren tachtig van de vorige eeuw veranderde dit nog niet, maar de enorme werkloosheid en armoede in de Eerste Wereld oorlog dwong tot andere maat regelen. Men maakte nu onder scheid tussen werklozen en de overige armen en het kwam dan ook tot een aparte werklozen- regeling, die in de praktijk vrijwel geheel door de overheid werd gefinancierd. Deze 'steunregeling' zou voor de Tweede Wereldoorlog niet meer verdwijnen, al werd ophef fing wel lange tijd nagestreefd. Het zal duidelijk zijn dat de crisis van de jaren dertig dit onmogelijk maakte. Het valt buiten de kaders van dit arti kel om uitgebreider op de ont wikkeling van de werklozenzorg in te gaan, wie hier meer over wil weten moet het uitstekende boek van De Rooy over dit onder werp maar eens lezen (zie noot 1). Er waren veel vormen van werk lozenzorg in de jaren dertig, variërend van giften in natura tot de vrijwillige werkloos heidsverzekeringen van de vak bonden. De belangrijkste waren echter de particuliere armen zorg, al of niet door de lokale overheid gesubsidieerd en de steunregeling. De steunregeling was een com promis tussen de zeer uiteen lopende meningen over de werk lozenzorg, van de opvatting dat iedereen zoveel mogelijk voor zichzelf diende te zorgen tot het idee van de rijkswerk loosheidsverzekering. De Steun was geen recht, maar bleef in theorie een gunst. Verder werd de uitkering alleen toegekend aan werkwillige en valide arbei ders en de hoogte werd indivi dueel vastgesteld. De finan ciering was gedeeltelijk voor rekening van het rijk en gedeel telijk voor rekening van de gemeenten. Dit leidde er toe dat de hoogte van de uitkeringen aanvankelijk van gemeente tot gemeente kon verschillen. In de loop van de jaren dertig kwam hier een einde aan. De Steun moest naar het oordeel van de achtereenvolgende rege ringen een rol spelen in de beoogde daling van het loon— en prijspeil. Afwijkingen, voor al in positieve richting, zou den dan ook steeds minder wor den getolereerd en de steunuit keringen werden in de loop van de jaren dertig enkele malen verlaagd. (1) Die verlagingen wekten bij ver schillende organisaties en par ticulieren bezorgdheid over de toestand van de werklozen. 103

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 3