hellebaarden en partisanen aantrof, richtte hij als wapenliefhebber daarmee een wapenkamer in op een der bovenzalen van de St. Joris- doelen. Hij zal toen niet vermoed hebben, dat hij daarmee de grond slag legde voor het Stedelijk museum. De verzameling breidde zich uit met allerlei wapentuig, maar ook met voorwerpen van plaatselijk oudheidkundig belang, betrekking hebbend op het gildewezen, de rechtspleging, opgravingen, topografie en zo meer. In een en ander vonden Burgemeester en Wethouders van Schiedam aanleiding op 24 oktober 1899 deze verzameling de naam te geven van Stedelijk museum Schiedam. Met dit besluit voegde men een snufje vaderlandsliefde toe aan het reveil, dat na de pijnlijke afscheiding van België opkwam. Nationalisme heerste alom, musea en oudheidkamers werden gesticht en er ver rezen beelden van onze helden, zoals De Ruyter, Rembrandt en Coster. Op de begroting voor het jaar 1900 en vervolgens jaarlijks werd S 100,uitgetrokken voor uitbreiding en onderhoud van de ver zameling. Voorlopig werd de collectie niet voor het publiek ter bezichtiging ge steld. (10) Mag men aannemen dat de majoor-commandant van de schutterijG Visser Bzn (11) en zijn officieren kennis hadden van de door hen ge hanteerde wapenen, van het oude wapenarsenaal bleken zij evenwel minder goed op de hoogte. Zo kocht men een namaak radslotgeweereen tweehandszwaard, ruiter pistolen enz. van zgn. antiekventers, lui die aan de deur antieke voor werpen aanboden. De Commissie van administratie en beheer die in 1906 was ingesteld (12), achtte eerst in 1910 de tijd gekomen de verzameling voor het 190 10. De provoost-geweldiger werd met het onderhoud van de voorwerpen belast. 11. G. Visser Bzn was tevens wethouder van Schiedam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 54