2. Het 'museumbezit zou vakkundig geschift moeten wordenprul
laria verwijderd, het overige in groepen van stedelijk en algemeen
kunsthistorisch belang worden opgesteld'.
3. 'Een eenvoudige catalogus (zal moeten) worden samengesteld'.
4. Hij pleit 'voor het houden van tijdelijke tentoonstellingen van oude
en moderne kunst in het algemeen (kunstnijverheid, beeldhouwkunst,
zwart/wit kunst, schilderkunst, architectuur, muziekinstrumenten,
enz. enz.)'.
Verder pleit hij voor 'het houden van lezingen over bovengenoemde
onderwerpen, zodat het museum wordt een telkens weer belang
stelling wekkende instelling voor kunstaangelegenheden'.
5. 'Door de oprichting van een vereeniging 'Het Gemeentemuseum'
trachten een kern van belangstellenden te vormen wier bijdragen
hoofdzakelijk gebruikt worden voor uitbreiding van het museumbezit'.
6. Uitbreiding der collectie (met) oudheden in gemeentelijke en andere
instellingen. (15)
7. In dit punt geeft Schwagermann aanwijzingen voor het op financieel
verantwoorde wijze doen van aankopen en de controlerende taak
in deze van de Museumcommissie.
De schilder Georges Braque heeft eens gezegd: 'De gedachte is de
wieg van het schilderij'. Vormen deze gedachten niet de wieg van het
Schiedamse museum?
Na bijna 60 jaar zijn deze ideeën omtrent een museumbeleid nog vol
komen actueel!
Als vurig socialist begreep Dinkelaar het belang van een aldus geleide
instelling voor de Schiedamse bevolking. Het is zijn grote verdienste
dat hij pal achter de door Schwagermann ontvouwde plannen stond.
'Na ampele bespreking en voorlopig voor één jaar' werd per 1 januari
1927 Schwagermann tot custos van het museum aangesteld. Op de eers
te zaterdagmiddag van die maand ging de nieuwe custos naar de Doelen
192
15.
Gedoeld wordt o.m. op voorwerpen in de Stadswaag en die het Gilde van Zakkendragers nog in
zijn bezit had, zoals de zilveren rouwschilden, de rouwlijst en voorts op het boekje 'Vita Lydwinae'
door Joh. Brugman en het fraaie kerkzilver in de Oud Kath. kerk.