ing op de etsplaat vast te leggen gaf daarmee duidelijk blijk van die belangstelling voor de eigentijdse kunst. Henri Boot schilderde 'het portret van mevr. S.' en 'portretteerde' de woonkamer van het huis aan de Vest. Het was voor vele kunstenaars een gastvrije huiskamer, zoals Schotel, Neuhuys, Henk Chabot, Ch. Kemper, Cees Timmer, Kees Verwey, Aad de Haas en Heyber, om er enkele te noemen. KENTERING Terug naar het museum waar tenslotte in 1935 de kentering in de apa thie aanbrak. Door het aftreden van één van de Commissieleden en tegen, de officiële kandidaatstelling van de commissie in, werd H.A.M. Jonker Roelants door de gemeenteraad tot lid van de Museumcommissie gekozen. Uiteraard beruste deze benoeming op aandringen van de custos en was Jonker Roelants van te voren gepolst. Ondanks de publiekelijke af wijzing van het beleid trad de Commissie niet af! Jonker Roelants gaf blijk van karakter en durf om in die situatie lid van de Commissie te worden. Samen met de custos organiseerde hij met kaarten, prenten en foto's uit het museumbezit de tentoonstelling 'Oud-Schiedam' in de Openbare Leeszaal aan de Lange Haven, dus in een beter gelegen gebouw dan de Doelen. Wethouder Dinkelaar (23) opende de tentoonstelling en sprak over de behuizing van het museum als over het 'Doelen-graf'De ten toonstelling trok in één week 2000 bezoekers en daarmee werd het be wijs geleverd dat er wel degelijk belangstelling bij het publiek bestond voor het museum, als men die belangstelling maar wist te wekken. Helaas mocht de heer Jonker Roelants slechts enkele jaren de groei van het museum helpen bevorderen. De gevolgen van zijn verblijf in een concentratiekamp kwam hij niet te boven; in hem verloor het museum een voorvechter en de Commissie een warmvoelend, sym pathiek lid. Door het vertrek van enkele leden van de Commissie en de ontslagaan vrage van de voorzitter ontstond in 1938 de mogelijkheid een Commissie 196 23. J. Dinkelaar werd in 1932 tot wethouder van Onderwijs en Sociale zaken gekozen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 60