Toen de opstelling al ver gevorderd was, overviel de oorlog ons land en werden in de eerste meidagen, tijdens grote spanning, de museum objecten onder de gewelven in veiligheid gebracht. Zou een lang ge koesterd vooruitzicht andermaal in rook opgaan....? Na enige tijd konden, gelukkig, de taken weer worden opgevat en de opstelling opnieuw ter hand genomen worden. BRANDERIJ Aan de 'groepen van Stedelijk Cultureel en algemeen kunsthistorisch belang' voegde Schwagermann een afdeling 'Branderijwezen' toe, die werd ondergebracht in de daartoe zo geëigende kelderruimte van het museum De maquette van een branderij, door H. v.d. Kley op onnavolgbare wijze vervaardigd, naderde haar voltooiing; Gerard Hingmann voerde de opdracht om in een aantal panelen - op educatieve wijze - het pro ces van het jeneverstoken uit te beelden, voortreffelijk uit. Een en ander liep synchroon met de opheffing van de glasfabriek van 'Hase- kamp' aan de Havendijk. Deze firma, de erven Lucas Bols De Koning, de gist- en spiritusfabriek 'Hollandia' e.a. schonken met gulle hand al datgene wat de conservator voor de 'branderijafdeling' nodig had. Met de reeds aanwezige voorwerpen werd aldus een uitstekend beeld verkregen van de aloude jeneverindustrie, een nijverheid, die als geen andere het karakter van de stad aan de Schie heeft bepaald. Nadat er twee jaar aan gebouw en verzameling was gewerkt begon de aldus getransformeerde oudheidkamer aan zijn museale loopbaan. Zeker, een klein museum, dat is het nu nog en zal het, vermoedelijk, altijd wel blijven. In de museumwereld was men zich ervan bewust dat er in Schiedam iets tot stand was gebracht en Dr. H.E. van Gelder, eens adviseur, verwoordde dit namens de Adviescommissie voor de Musea in een com plimenteus schrijven. De directeur van Boymans in Rotterdam, uitte 199

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 63