in de zakken van zijn colbert met de duimen er buiten. Met een
lichte knik dankte hij het publiek en begon als gewoonlijk
langzaam te spreken.
Zelf keek ik op mijn horloge en zag dat het precies half elf was.
Zijn lengte kennenderekende ik uitdat hij tussen half en
kwart voor twaalf zou eindigenwaarna ik dan snel mijn
filmspullen op kon bergen en vertrekken. Maar zijn rede was nu
heel anders dan die hij altijd tijdens verkiezingsvergaderingen
gebruikte. Dus ging ik evenals met belangstelling zijn
uiteenzetting volgen. Toen hij dan ook met een prachtige "pointe"
zijn rede besloot en er een donderend applaus losbarstte, ja, toen
keek ik pas voor het eerst op mijn horloge en zag tot mijn stomme
verbazing dat het al reeds over half twee was geworden. Al die
tijd had hij, met de handen in de zakken, roerloos staande op het
podium, zonder mikrofoon, weer drie uur de duizenden geboeid.
EEN DUITSE VLUCHTELING
In 1922 was de Internationale Rode Hulp (I.R.H.) opgericht.
Deze zette zich vooral in voor hen die door hun politieke
optreden met politie en gevangenis te maken kregen. Ook
Nederland was een sektie. De mensen die het I.R.H.-werk deden
waren overwegend lid of sympathisant van de CPH. Toen in 1933
in Duitsland het national-socialisme aan de macht kwam, deden
honderden Duitse kommunisten en andere politieke tegenstanders
van het Hitler-regime een beroep op de I.R.H. Mensen werden
geholpen om de grens over te komen, kregen onderdak (soms
illegaal, omdat de Nederlandse regering meer dan eens
vluchtelingen terugstuurde!en andere hulp. Met dubbeltjes en
kwartjes werd door vaak arme en werkloze mensen geld
opgebracht. Ook Van der Sloot heeft een vluchteling in huis
gehad. Hij vertelt er dit over:
Wat in Schiedam kwam aan vluchtelingen wisten we, hoe
ongelooflijk het ook klinkt, wel ergens voorgoed onder dak te
brengen. Zelf heb ik een man in huis gehad van ongeveer 60
jaar. Hij had de Eerste Wereldoorlog gedurende vier jaar aan de
fronten meegemaakt. Toen de vrede er eindelijk kwam in 1919
besloot hij als socialist te gaan werken aan de vrede. In zijn
partij klom hij op en in 1930 werd hij lid van de gemeenteraad in
Düsseldorf. Tijdens de grote razzia's werd hij in 1933 gepakt. Na
drie jaar kreeg hij de gelegenheid om uit het beruchte
koncentratiekamp 'Kranenburg' te ontsnappen. Gedurende de tijd
dat hij bij ons was, hebben we veel met elkaar gepraat, hoewel
dat een beetje moeilijk ging door het feit, dat mijn Duits niet zo
best was. Op een avond waren we weer bezig toen ik een beetje
twijfelde aan verschillende uitspraken, als zouden kommunisten in
de kampen gebrandmerkt worden. Ik zag hem kwaad worden over
zoveel ongeloof. Plotseling stond hij op en zonder wat te zeggen,
begon hij zijn hemd uit te trekken. Toen hij zich omdraaide, zag
232