EEN REISJE NAAR SCHEVENINGEN
In mei 1939 kreeg Van der Sloot het verzoek vanuit CPH om iets
te organiseren voor arbeidersvrouwen, vooral vrouwen van
werklozen. Gedacht werd aan het organiseren van reisjes. Maar
hoe dat te organiseren?
In Schiedam was er een man die twee vrachtboten bezat. Het
waren twee open laadbakken met een motor en een stuurrad. Een
kajuit of zo was op beide schepen niet te vinden. De schuiten
vervoerden alle soorten vrachten voor de boeren en tuinders, die
aan Schie en Poldervaart woonden.
Maar het meest vervoerden zij de mest die ze bij de boeren
ophaalden en die ze naar de tuinders in het Westland brachten.
Daardoor hadden ze de naam gekregen van "mestschuit"
We gingen eens met de man praten. De bedoeling was om de
man over te halen om de mensen eens ergens heen te brengen. De
man vertelde ons dat hij op zondag zonder moeite Scheveningen
kon bereiken. Dat "zonder moeite" betekende alleen, dat geen
brug of sluis opengemaakt behoefde te worden. De schuiten
werden iedere week schoongemaakt, maar voor die reis zou dat
extra goed gebeuren. Voor de kwestie "zitplaatsen" had de man
ook een oplossing. Hij zou genoeg ledige groentekisten bij de
veiling lenen, zodat iedereen kon zitten. De prijs werd bepaald op
30 cent per volwassene en voor kinderen vanaf 5 jaar 15 cent.
Maar de man bepaalde ook dat hij voor de konsumpties mocht
zorgen. Dat mocht ook van ons. Dat kon sump tie-gedoe hield
bijvoorbeeld intwee droppen voor een centeen dubbeldikke
chocoladereep van Jamin voor vijf cent, limonade per flesje voor
negen of tien cent en ga zo maar door.
De toeloop was enorm. Honderdvijftig personen gingen er mee.
Veiligheidsvoorwaarden bestonden er toen nog niet en zo kon men
op een zonnige zondagmorgen om acht uur twee barstenvolle
mestschuiten de Schie op zien varen richting Scheveningen.
Het was een voorspoedige reis en om half één kwam de vloot
aan in Scheveningen, vlak achter het deftige Kurhaus. De echte,
dus de deftige, Scheveningers stonden verstomd te kijken naar
het stel druktemakers dat in de richting van het strand trok. Het
was dan alles bij elkaar genomen een zeer geslaagde reis, maar
het gekste komt nog. Omdat ik toch bij een fotozaak werkte, had
ik voor dat uitstapje een filmcamera en een zestal films
meegenomen. Toen de film klaar was en ook de montage slaagde,
besloot ik om de film de zondag daarop tijdens de
avondvoorstelling als bijfilm te draaien.
De hoofdtitel "Uitstapje naar het strand" stond al op het
scherm en de muziek klonk al toen er in de zaal plotseling een
234