een oom van mijn vrouw getroffen was door bommen. Mijn vrouw had hem toestemming gegeven, om met zijn vrouw en hun drie kinderen maar zolang in ons huis te gaan wonen totdat de schade was gerepareerd. Wij zouden dan voorlopig even bij mijn schoonouders intrekken. Zonder het te weten waren wij dus ook geëvakueerden. Op dat moment kon het mij geen ene barst schelen, zo ontdaan was ik nog van hetgeen ik in Rotterdam had meegemaakt. Ik probeerde mijn familie te vertellen hoe erg het daar was geweest, maar hun interesse was niet zo erg groot. Om zeven uur klonken berichten over de radio, dat Nederland de strijd had gestaakt en de oorlog voor ons was afgelopen. DUITSE INVAL IN DE ZAAL Toen de bezetting een feit was geworden, moesten wij ook enkele zaken gaan herzien. De zaal in Schiedam wilden wij ook onder deze omstandigheden draaiende houden al was het alleen maar voor de kontakten die we met de bezoekers hadden. Door het bombardement waren vele van die zalen verloren gegaan. Er werd besloten de toneelklub als houder van de zaal te benoemen en om zo neutraal mogelijk door te gaan. Lange tijd ging dat goed. Koos van Egmond (een Schiedams kommunist, H.N.) had brutaalweg een bordje opgehangen dat het voor de weermacht verboden was de zaal te betreden. Van die gespijkerde laarzen op de dansvloer hadden we dus geen last. Het is enige tijd zeer goed gegaan, maar toen werden we te onvoorzichtig. Omdat mijn huis bewoond werd, had ik mijn radio meegenomen naar de zaal, waar ik hem gebruikte als versterker bij de filmvoorstellingen. Woensdagavond waren wij altijd eerder in de zaal. De nieuwsgierigheid van ons naar hoe het met de oorlogshandelingen stond was groot en daarom gingen wij met een paar mensen in de kabine zitten luisteren naar Radio Oranje. Dat liep spaak en enige tijd later stonden wij allen, mijn vrouw, ik en mijn schoonfamilie met de handen omhoog naar de moffen te kijken, die bezig waren alle laden en kisten te openen, daaruit de boel haalden en op de grond gooiden. Zij wisten dat wij allen kommunisten waren en zij zochten natuurlijk naar verdachte dingen. Door één van de moffen werden de portretten van Lenin en Stalin van de muur getrokken en kapot getrapt. Bij de foto van Marx twijfelde de vernieler. Hij scheen deze bebaarde persoon niet te kennen en vroeg aan mijn schoonmoeder: "wer ist das, ist das Familie?". Mijn schoonmoeder knikte van ja en Karl bleef gespaard. Uiteindelijk liep het goed af. Alleen de radio werd verbeurd verklaard vanwege het luisteren naar de Engelse zender. De enige eer die daar nog aan vast zat, voegde Van der Sloot eraan toe, was dat hij nummer een in Schiedam was die om dit feit zijn radio kwijt raakte. (H.N.) 236

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 16