Vanuit de Plantage konden wij hem gemakkelijk volgen. En wie schetst onze verbazing toen hij even later aanbelde bij een Hollandse fascist. Het was bij S., een kunstschilder en antiekkenner, een NSB'er eerste klas, een uitgelezen voorstander van de Nazi-politiek in Duitsland en een gevaar voor de arbeiders De andere dag zijn we beiden naar het stadsbestuur van de partij gestapt om te vertellen wat we hadden gezien. Maar één en ander werd nogal lauw opgenomen. We moesten er maar niet het ergste van denken. Per saldo was Willie Duitser en die ene was toch een landgenoot van hem, en die ander, nou ja, misschien spionneerde Willie daar wel, ten gunste van de CPH. Toen de mensen van de partij allemaal waren opgepikt, wist ik absoluut zeker dat Willie tot de vijfde colonne had behoord. (Zoals ik al eerder schreef, is op mijn adres geen mof geweest.) Na een week of twee werden alle partijgenoten weer vr-ij gelaten. Ze waren volgens hun zeggen helemaal niet slecht behandeld. Een mof hadden ze niet gezien, dus dat zat wel goed. Maar ja, die verhalen moet je niet overschatten: Natuurlijk had geen mof zich daar laten zien. Maar in edelmoedigheid van dai soort lieden heb ik nooit kunnen en willen geloven. Dat kon je toch zien, Vooral hoe ze met de" Joden omsprongen. En jarenlang hadden we toch gezien hoe in de eigen "Heimat" de kommunisten waren behandeld. Het lijkt soms net of de mensen ziende blind zijn. Een goed woord en je hebt ze. Spreek je er met ze over dan ben jij de zwartgallige zeur, die meent alles beter te weten, want zij hadden het toch zelf ondervonden. DE HAAN Tot welke situaties Van der Sloots pogingen om met verkoop van beesten aan inkomsten te komen soms leidden, moge blijken uit het volgende fragment. Achter in de buurt waar mijn ouders woonden, had ook de familie Willemse zijn tuin. In de tuin hielden ze kippen en daar had ik een klein haantje zien lopen. Verstand had ik geenszins van pluimvee, maar ze hadden me gezegd, dat je goed naar de kam moest kijken. Was een haan nog niet volwassen, dan was zijn kam nog niet helemaal rood, maar meer een beetje gelig. Ik bekeek met een kennersblik de kam en zag dat deze werkelijk een beetje gelig was. Dus stelde ik vast: "Dat is een jong haantje". Brutaalweg ging ik aan Willemse vragen of ik dat beest kon kopen. Hij keek me een beetje vreemd aan en sputterde wat tegen. De goede prijs, die ik hem bood, speelde ook al geen grote rol. Opeens zei hij: "Als je hem wilt hebben, pak hem dam 238

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1985 | | pagina 18