Dijk, bij de ingang van Delfshaven, de Molen en de Tol. Links
van de Dijk liep de Schie, waar distilleerderij Van Valk gevestigd
was. Als je daar liep waren er uren dat je geen mens ontmoette,
hoogstens een boer op weg naar zijn weiland.
Deze herinneringen doemden bij mij op bij het zien van die
ansichtkaart uit 1905 met daarop de watermolen. Aan dit alles
kwam een einde toen Rotterdam die grond nodig had voor zijn
havens en industrie. De eeuwenoude bomen van de Rotterdamse
Dijk werden lichtmasten, en de groene weiden, waar eens de
koeien liepen, werden met woningen bebouwd, van waaruit men
door de ramen het autoverkeer voorbij kan zien razen. Een stuk
natuur is verdwenen, dat nooit meer terug te winnen is. Vandaar
bleef over: De Herinnering.
257