bombardementen van Hamburg en Kassei, konden velen zich troostenmet wat ze op de zolder in de Boterstraat hadden gehoord en geleerd. Een Schiedamse jongen bedankte in z'n laatste brief z'n moeder omdat ze hem bidden had geleerd. Hofmans arbeid kenmerkte zich door grote pastorale zorg. Kalm en rustig, maar zeer aandachtig begeleidde hij zieken en stervenden Vele Schiedamse families bewaren kostbare herinneringen van zielzorg aan hun geliefden. Herinneringen, niet alleen van samen gedragen zorg en leed, maar ook van gezamenlijk beleefde uitkomst en vreugde. De vrede van 1945 en wat daarop volgde, heeft Hofman teleurgesteld. Hij had gehoopt dat de ellende van de oorlog Nederland zou terugvoeren naar God en Zijn Evangelie. Maar hij zag integendeel, toenemende afval op allerlei terrein. De verachting van Christus, de afkeer van de Kerk, het loslaten van Wet en Evangelie, ook in het politieke leven, de toenemende genotzucht en WetsverachtingHoe heeft het hem verdriet gedaan. Eerder dan velen zag hij waar dit heen zou voeren. Hij predikte openlijk, dat als wij op deze heilloze weg voortgingen, wij God dwongen om ons te tuchtigen. Oprecht en eerlijk heeft hij dit alles jarenlang van de kansel verkondigd. Wie de dreiging en de klank van verdriet en nood in zijn prediking gehoord heeftverwondert zich alleendat alles nog is zoals het is. Schiedam heeft in dat opzicht zijn Jeremia gehad, en dat vijf-en-veertig jaar lang! Typerend is, dat Hofman minder sprak over de oorlogsdreiging dan over de oordeelsdreiging. Niet in de eerste plaats zijn atoomraketten het grote gevaar, maar ons God-verachten in Kerk, Staat en Maatschappij, haalt de ellende over ons. Terug naar God. Dat zag Hofman als De boodschap die hij brengen moest. Terug naar God, die wij zo schandelijk verlaten hebben. De engelen in de hemel, die macht hebben over de plagen van oorlog en vernietiging, kunnen alleen handelenals de Heere in de hemel het ze toestaat De vraag kan rijzen: Wat heeft Schiedam voor Hofman betekend? Antwoord: Héél veel. Eenmaal predikant in onze stad heeft hij zich zeer nauw verbonden gevoeld, niet alleen aan de gemeente die hij vijf-en-veertig jaar gediend heeftmaar ook aan de stad en haar inwoners. Hij werd een echte Schiedammer, door en door bekend met velen, rijk en arm. Omstreeks 1950 moest de gemeente een andere plaats van samenkomst zoeken, omdat de eigenaar van de zolder in de Boterstraat, deze weer nodig had. Dat bleek niet eenvoudig. Er was geen bestaand gebouw te vinden dat geschikt was. Na lang beraad werd besloten om een eigen gebouw te stichten. Maar ook dat 13

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1986 | | pagina 13