mislukte telkens. Soms kon de grond niet gekocht worden, en als dat wel mogelijk was, mocht er geen vergadergebouw op gesticht wordenöf omdat het ontwerp niet voldeed aan welstandseisenöf omdat veiligheidsvoorschriften het verboden. Er is toen weieens gemompeld, dat het gemakkelijker zou zijn in Moskou een kerkgebouw neer te zetten, dan in onze eigen vaderstad. De in het leven geroepen bouwcommissie vergaderde telkens weer, maar kon geen raad schaffen. Tijdens een van die vergaderingen is het gebeurd, dat een van de commissieleden, de heer Boekholt, aan Hofman op de man af vroeg, of hij nog steeds geloofde, dat wij een goede vergaderplaats zouden krijgen? "Jazeker", antwoordde Hofman; "ik heb geloofd, dat de Heere ons een "toegeruste opperzaal" zal geven". Hoe verheugd was Hofman, en wij allemaal, toen ons onverwacht door de Commissie van Beheer van de Gereformeerde Kerken, de Plantagekerk aan de Lange Nieuwstraat te koop werd aangeboden. Deze mooie oude kerk, de eerst gebouwde kerk van de Afscheiding, met meer dan 500 zitplaatsen, was voor onze samenkomst uiterst geschikt. Ruim, met een fraai orgel, gelegen aan een rustige, bijna deftige laan, dicht bij het Hoofdbureau van Politie, voldeed aan al onze wensen. Alleen de koopprijs leek voor onze kleine gemeenschap een onoverkomelijk bezwaar, waar de gemeente tenslotte toch mee akkoord ging. Toen we eenmaal wettelijk eigenaar van het gebouw waren geworden en de eerste maal dienst zouden houdenkeek ieder bij binnenkomst verbaasd en verrast optoen de we daarde die morgen gebruikte Avondmaalstafel sneeuwwit-gedekt zagen staan. Wé hadden een letterlijk toegeruste zaal gekregenen het geloof van Hofman was niet beschaamd. Twintig jaar heeft Hofman wekelijks drie maal in deze kerk gepreekt. Schrijver dezes verwondert zich een beetje, dat een zó bekend figuur als Hofman, die, naar ik meen, langer dan welke andere predikant ook in Schiedam heeft gestaan, nog geen straatnaam naar hem heeft vernoemd gekregen. Alhoewel ik er bij moet zeggen, dat hij dat zelf beslist niet zou hebben gewild. Van de zolder naar een officieel kerkgebouw was een hele verandering. Lang niet iedereen was daar echt blij mee. Sommigen keken met weemoed naar de wel primitievemaar toch zo goede jaren op de oude zolder. Het nieuwe kerkgebouw werd al direkt intensief gebruikt. Er kwamen eigentijdse toiletten, centrale verwarming, nieuwe banken en het orgel werd gerestaureerd. De heer J. Hofman Jr. werd de eerste organist. Al deze vernieuwingen konden tot stand komen door grote offervaardigheid van de gemeente. 14

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1986 | | pagina 14