Er was veel uitbreng van melk. Deze werd lopend weggebracht.
De tantes hadden een juk met daaraan twee melkemmers en een
maat. Ook had Kerklaan een hondekar, die ook op de foto te
zien is. De hond zit onder de kar in het tuig. Op de kar is het
wapen van de SMV Schiedamsche Melkhandelaren Vereeniging
zichtbaar. Wanneer de foto genomen is, is niet bekend. Geschat
wordtdat de foto omstreeks de Eerste Wereldoorlog gemaakt is
Later werd gebruikt gemaakt van een bakfiets, een handkar,
een carrier, een paard en wagen en nog later van de ijzeren
hond. Op deze ijzeren hond was geschilderd: Blijven gaan! zegt
Kerklaan. De andere foto's laten iets van die ontwikkeling zien.
Vader Kerklaan was overigens de eerste melkboer in Schiedam,
die op het gebruik van een auto overging. In de dertiger jaren
had hij een driewielige motor om daarna een tweedehands Ford
aan te schaffen. Dat was een tweezitter met hoge hoed. De
achtercabine werd zo verbouwd, dat er melkbussen in konden
staan
Hoe was vroeger nu de bedrijfsvoering?
Het was toen nog de gewoonte, dat de melkboer in het voorjaar
een boer ging kopen. Hij sloot dan een kontrakt met een boer.
Deze verplichtte zich elke dag melk te leveren, terwijl de
melkboer op zijn beurt op zich nam elke dag alle melk af te
nemen. Aangezien niet altijd de hoeveelheid geleverde melk
overeenkwam met de afzet aan de klanten en de melk ook niet
lang bewaard kon blijven, betekende dit een risiko.
Meerdere melkboeren gingen er dan ook toe over varkens te
houdenzodat de overtollige melk aan de dieren gevoerd kon
worden
Om het probleem van de overtollige melk te ondervangen,
staken een aantal melkhandelaren de koppen bij elkaar. Een
eerste vorm van samenwerking was het pakhuis van melkhandel
Kool op de hol bij de Lange Achterweg en Hoogstraat. Daar
kon men melk kopen in de hoeveelheid die men nodig had. Een
stap verder was de oprichting van de melkfabriek De
Landbouw. Deze is opgebouwd met het kapitaal van Schiedamse
melkhandelaren. Zij waren de aandeelhouders en dus de
eigenaren van deze aan de Vellevest gevestigde fabriek. Vader
Kerklaan is commissaris van deze fabriek geweest.
De melk die men over had, kon nu aan het einde van de dag
teruggebracht worden. Daarvan werden dan boter of andere
melkprodukten gemaakt. Er waren toen, in de twintiger en
dertiger jaren, zeer veel melkhandelaren in Schiedam. Een ieder
had zijn eigen, over de stad verspreide klanten, want de
zogeheten sanering (de verdeling van de stad in wijken onder
24