HERINNERINGEN G.J. van den Enden Toen ik een jongen van acht jaar was, nam m'n vader me voor het eerst mee naar de zolder in de Boterstraat. Daar, op die zolder boven de distilleerderij van Adrianus van den Eelaart, werd 's maandags kerk gehouden. Wij woonden op Tuindorp Heijplaat, waar mijn vader ijzer werker was op de Rotterdamse Droogdok Maatschappij. De reis met veerboot en tram naar Schiedam, had voor mij veel avontuurlijks. Kwamen we aan op de Koemarkt dan hoorde ik getingel van de tramals hij schurend-gillend over de rails ging, gemengd met het slaan van de klok van de Grote Kerk en het geratel van klinkhamers bij de scheepswerven, onderbroken door massale bastonen van een stoomschip dat de rivier opvoer. En dan de sfeer van de Broersvest, met mooie plantsoenen en bloemperken, de rui'ne van het Huis van Mathenesse en het kerkhof, geheimzinnig onder de donkere bomen. De oude molen, waarvan ik als jongen maar niet kon begrijpenwaarom hij geen wieken had. De geur van de branderijen en soms van koeien en varkens, want aan de Rotterdamsedijk en de Overschiesestraat waren nog boerderijen. Het was voor mijn kinderziel één brok romantiek. Liep ik dan met vader naar het plein voor het Proveniershuis, dan keek ik m'n ogen uit, die mooie oude gevel wekte eerbied in me opBij de Spoelingbrug over de Schie stonden vaders vrienden en kennissen. Bij de brug was een urinoir - waterbak heette dat toen - waar de arbeiders en schippers elkaar ontmoetteneer ze naar de samenkomst gingen op de zolder. Heel gezellig stonden daar zo'n dertig, veertig mensen met elkaar te praten ijzerwerkers, glasblazers, bootwerkers, timmerlui en houtenscheepmakers, klinkers, landarbeiders, tuinders, kleine boeren en schippers en een enkele keer een mijnheer, kenbaar aan z'n hoed. Schippers en arbeiders droegen een pet. Zwart met glimmende klep, en soms met een gevlochten koord eraan, om bij stormwind de pet op het hoofd te houden. Wat dreef die mensen naar de zolder In de Boterstraat? Wel, daar preekte een man uit Sliedrecht: Bogaard. Hem hoorden ze graag. Hij preekte de waarheid waar zij naar zochten, over God en Christus. Over zonde en genade, over Wet en Evangelie. Daarom kwamen ze van Maassluis en Vlaardingen, van Overschie en Charlois, van Tuindorp Heijplaat en Delfshaven. Bij de Spoelingbrug ontmoetten ze elkaar. Daar rookten ze hun tabakspijpen en spuwden gericht hun pruimtabakssap in het water van de Schie. Daar werden vriendelijke groeten gewisseld en, soms korte maar diepgaande gesprekken gehouden, over kerkelijke zakensoms politiekeen soms ook over schuld en 6

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1986 | | pagina 6