Soms zongen ze een psalm. Dan kreeg ik een oud psalmboekje
en zong ijverig mee. Een enkele keer ben ik met vader door de
straten daar gelopenen heb verwonderd rond gekeken naar de
machtig-grote toren van de Hervormde kerk, naar het prachtige
stadhuis, naar de oude huisjes en de donkere stinkende
"sloten", zoals ik ze toen noemde. Daar hing een geur van
jenever, spoeling en modder. Soms zag je de mensen gezellig
voor het huis zitten in de zonop roodbruine mahoniehouten
stoelen met biezen zittingen, zichtbaar genietend van de mooie
zomeravond.
In die tijd waren er nog heel weinig auto's en daardoor was ook
de aanblik van het Schiedamse stadsleven rustig en gemoedelijk.
De samenkomst op de zolder in de Boterstraat had ook dat
rustige, eenvoudige karakter. De zolder zelf, met z'n ruwe
bakstenen muren, z'n dikke oude balken, de houten trappen,
de brede planken van de vloer en een heel eenvoudige houten
preekstoel. De wanden helder gewit, daaronder tot manshoogte
zw?rt geverfd, heel simpele smalle banken en een soort plank
met kapstokhaken voor de jassen, het was alles héél eenvoudig
en sober, en op een bepaalde manier stijlvol. Dat was ook de
kleding van de mensen, meestal zwart. Alleen enkele vrouwen in
hun Scheveningse dracht, zwart en rood, of vrouwen van de
Zuid-Hollandse eilanden met lange mutsen en gouden krullen,
vormden daarop een kleurige uitzondering. Voor die sfeer was
ik als kleine jongen heel gevoelig.
Als de dienst begon kwamen uit het kamertje aan de
voorkant eerst de predikant en daarachter de voorlezer. De
predikant, Bogaard, een kleine man in zwart pak en kraakwit
overhemd, liep met gebogen hoofd naar voren. Hij hield de ogen
naar beneden geslagen. Beneden bij de kansel deed hij een
gebed en dat deed in de kleine katheder ook de oude
eerbiedwaardige voorlezer. Zien bidden, wat een ervaring voor
me. Naderen tot God in de hemel. Wie zou niet vrezen? Meestal
nam de voorlezer eerst z'n zakdoek en poetste langdurig z'n
brilleglazenDan vroeg hij de vergadering samen te zingen de
psalm die hij opgaf. Let op: Hij zei niet gemeente, of een
andere kerkelijke aanduiding, want in eigen oog was deze groep
christenen op de zolder geen kerk. De titel Kerk gaven ze
gaarne aan de aloude vaderlandse Nederlands Hervormde Kerk.
Vandaar ook die soberheid. Geen votum (1), geen domineestitel,
maar simpel een naam: Stam, Bogaard, Hofman. Een kort gebed
na de Schriftlezing opende de dienst. Daarna verklaarde de man
op de kansel een Psalm. Dat was een stuk pastorale zorg, waar
ik als kind al veel van begreep, en als volwassene dikwijls door
getroost ben. Psalm 25 met z'n mooie bekende verzen ging dan
8