42 ongeldende voor een Bunder, dertien Roeden en ruim vier en vijftig Ellen gelegen in Kortland" van 16 en 17 mei 1827. Zes Verklaringen Artikel zes De Heer eerste Rekwirant verklaarde Eerstelijk dat hij voor de helft is geïnteresseerd in het kantoor van negotie onder firma van Nolet en Van der Burg, dat volgens zijne opmaking, deszelfs aandeel in het zelve, tijdend het overlijden zijner echtgenoote, zal hebben bedragen circa vijf en vijftig duizend zes honderd guldens doch dat het preciese bedrag niet kan worden opgegeven voordat de Balans zal zijn opgemaakt en gesloten, tegen welke opgave den Heer Nolet verklaarde zijn regt te reserveren en alzoo te protesteren als naar stijle. Ten Tweede dat tot dezen boedel nog is behoorende a. een zestigste aandeel in de Scheepstimmerwerf te Schiedam genaamd de Nijverheid- en b. een zestigste aandeel in het Fregatschip genaamd de stad Schiedam 2) Ten derde dat hij vóór zijn huwelijk door aankoop in publieke veiling blijkens procesverbaal van definitieve toewijzing van 15 februari 1812 eigenaar is geworden van en alzoo buiten de legale gemeenschap is gebleven: Een Huis, Branderij en Erve staande en gelegen in de Boterstraat binnen deze stad. Ten vierde dat aan hem bij erfvolging uit de nalatenschap van zijnen vader den Heer Arnoldus van der Burg blijkens acte van boedelscheiding van 6 april 1836 zijn opgekomen en alzoo mede buiten de legale gemeenschap zijn gebleven: a. Een partij Weiland en Boschhakhout gelegen in de Westpolder groot twee Bunders, zes en vijftig Roeden en vijf Ellen en b. Een partij dito gelegen als voren groot een Bunder, twee en dertig Roeden en acht Ellen. Ten vijfde dat de lasten des boedels hem niet volledig bekend zijnde daarvan in dezen geene opgave kan worden gedaan. Aantekeningen V.A.M. van der Burg, Geschiedenis van de Schiedamse familie Van der Burg. De Katholiek gebleven tak van het middeleeuwse geslacht Van der Burch, Zeist 1979, blz. 60 e.v. F.J.A. Broeze, De Stad Schiedam. De Schiedamse scheepsrederij en de Nederlandse vaart op Oost-Indië omstreeks 1840, Den Haag 1978, blz. 86, 305.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1986 | | pagina 10