Op 18 april 1928 opende burgemeester Gijsen officieel het
Schooltuinencomplex. Het was die dag koud weer, 's morgens
sneeuwde het nog. Maar ondanks dat moesten de kinderen toch
naar een aantal redevoeringen luisteren waarbij hen vooral voor
ogen werd gehouden dat het een voorrecht was om zo'n tuin te
krijgen. Dat je een uitverkorene was om hier kennis der natuur
op te doen en dat je dus maar goed je best moest doen en
Men vond in alle opzichten de stichting van deze tuinen
belangrijk. Het was bij die opening dan ook verschrikkelijk
druk. Ook de Regenten van het Weeshuis waren aanwezig (zij
hadden een flinke bijdrage gegeven)evenals vele andere
genodigden.
Na de opening namen de kinderen bezit van het hun
toegwezen lapje grond. Van werken kwam die dag echter niets
meer. Daar begon men mee op de eerste dag van het rooster.
Elke dag tussen 5 en 7 's middags konden de kinderen op de
tuin werken. Elk kind twee maal per week. Op maandag én
donderdag de leerlingen van de R.K. scholen, op dinsdag en
vrijdag de gereformeerde/protestantse leerlingen en op
woensdag en zaterdag was de beurt aan de kinderen die op
openbare scholen les kregen. Op deze laatstgenoemde dagen
hadden de kinderen 's middags vrij van school waardoor wel
drie groepen tegelijk konden werken. Vanaf die tijd begonnen,
dankzij de kinderlijke zorg de kweekbedden zich te vullen met
radijs, krootjes, andijvie, boontjes, sla, uien, kool en, over
één bed snijbloemen, zoals duizendschoon, lathyrus en
53