DE BOEDELINVENTARIS VAN
ARNOLDUS VAN DER BURG Jr. (1792-1867)
Een Schiedamse R.K. Koopman, brander en mouter anno 1837.
Arnoldus v.d. Burg
(naar een steendruk uit 1850)
Inleiding
Het pand Lange Haven no. 107 te Schiedam dat thans op de
monumentenlijst staat, werd van 1822 tot 1883 bewoond door
drie generaties Van der Burg. Door het overlijden van Anna
Maria Nolet (1794 - 1837), dochter van Cornelis Nolet,
burgemeester van Schiedam 1808 - 1811, en Catharina Huijgen,
was haar echtgenoot Arnoldus van der Burg Jr. (1792 - 1867)
verplicht ingevolge de wet een inventaris te laten maken ten
behoeve van de boedelscheiding voor hem zelf, zijn
meerderjarige dochter ingevolge huwelijk Catharina Joanna van
der Burg (1817 - 1889), echtgenote van Joannes Bathazar Nolet
(1806 - 1894), en de andere toen nog minderjarige zes
kinderen.
De inventaris van het pand Lange Haven no. 107 uit 1837
laat ons de indeling en stoffering van het huis van boven naar
beneden zien en daarmee hoe een Schiedamse koopman, brander
en mouter toen leefde, en gunt ons tevens een blik in zijn
welstand en vermogen.
Arnoldus van der Burg Jr. was compagnon-directeur van de
firma Nolet en Van der Burg, regent van het R.K. Weeshuis te
Schiedam, waar zijn vrouw regentesse was, stichter in 1856 van
het Dominicanerklooster te Huissen (Gld.), waarvoor hij
35