Door een dreigende grondverkoop aan Rotterdam met wellicht een mogelijkheid tot
annexatie, wilden B&W in 1901 een stuk grond ter grootte van 60.000m2 gelegen tus
sen de Voor- en Oosterhaven aan Smulders verkopen voor 1,50 per m2. De raad
protesteerde en noemde de prijs een habbekrats, omdat Wilton kort geleden in
Delfshaven een bedrag van 9,~ had betaald. De voorzitter hield vol en zei dat
Smulders geen cent meer wilde betalen, omdat het laaggelegen terrein eerst aanzien
lijk moest worden opgehoogd, alvorens het bedrijf zou kunnen starten. Eén van de
raadsleden, M.C.M. de Groot verklaarde, ondanks zijn bezwaren tegen de lage prijs,
in deze transactie vele lichtpunten te zien. De werkloosheid zou verminderen, de lo
nen zouden stijgen, de rijksuitkering zou hoger worden, en hij verwachtte, dat de ves
tiging van een nieuwe industrie een verheffende werking op de algemene geest in
Schiedam zou hebben. En lyrische ontboezeming waardoor de raad zich liet overtui
gen en Smulders verdere stappen kon ondernemen.
de nieuwe fabriek
De ijzerconstructeurs Hein, Lehmann &Co uit Düsseldorf stuurden Smulders in mei
1902 een uitvoerige prospectus van een gigantisch ijzeren gebouw, dat zij aan het
monteren waren voor een grote industrie-tentoonstelling in Düsseldorf. Na afloop
zou deze hal voor een andere bestemming kunnen worden gebruikt. De grote hal was
280 m lang, 52 m breed en 20 m hoog. Smulders is op het aanbod ingegaan en heeft
hiervan 2 hallen, elk met een lengte van 140 m op het aangekochte terrein laten bou
wen en in juli 1905 kon de werf Gusto worden geopend. Er werd voor die tijd een zeer
modern bedrijf opgezet, met een eigen modelmakerij en gieterij. Door middel van
stoommachines aangedreven generatoren werd in de benodigde energie voorzien,
want de eerste elektriciteit in Schiedam werd pas in 1913 aangelegd.
de leiding en het personeelsbestand
Twee zonen van A.F. Smulders, te weten Henricus P.A.J. (20 augustus 1863 - 9 novem
ber 1933) genoemd Harry en Josephus J.F.M. (18 januari 1871 - 15 april 1937) ge
noemd Frans, namen de leiding van het bedrijf op zich.
Schiedam kon geen vaklieden leveren, dus kwamen er een aantal van het bedrijf uit
Utrecht over, alsmede van de werf in Slikkerveer, verder aangevuld met vaklieden uit
Rotterdam en daarbuiten. Zo kwam ook mijn vader in juni 1906 uit Vlissingen bij
Smulders in dienst. In 1906 waren er al 652 werknemers en in 1907 zelfs 900. In 1911
werd de werf Gusto een N.V. met als leden van de Raad van Beheer de eerder genoem
de Harry en Frans Smulders. Reeds voor 1910 had Smulders gepoogd het bedrijf met
een strook grond uit te breiden. Door de te lage prijs die werd geboden lukte dit niet,
todat in 1912 het naast de fabriek gelegen S.V.V.-terrein met een oppervlakte van
15.000 m2 met veel pijn en moeite voor 7,-- per m2 kon worden aangekocht. Tussen
1905 en het begin van de twintiger jaren ging het steeds beter, maar daarna trad een
zekere stabilisatie in. In 1921 werd de Raad van Beheer uitgebreid met een zoon van
Harry, te weten Augustinus H.P.M. Smulders (26 juli 1888 - 8 november 1936) en met
een schoonzoon van Harry, te weten Nicolaas Willem Conijn (18 mei 1887 - 26 augu
stus 1955). Laatstgenoemde betrok in 1911 de voor hem gebouwde kapitale woning in
de Tuinlaan 18, waarin thans het Provinciaal bureau van de Hervormde Kerk is geves-
75