Uit: Om het bestaan Een werkplaats lag er aan dat kleine plein, De dag was aangegroeid in zonneschijn Die was vol koelte en van donker hout Bevloerd en ook gezolderd, en zeer oud Leken de ramen, Herman Gorter. Er zat maar weer weinig groei in de lucht. Overal dat grauwe, dat boomen en daken zoo'n guur aanzien gaf. Nu nergens dat fluweelig-warme van lente-begin, dat 'n paar dagen geleden al zoo streelend over de dingen van buiten kwam, over de zwart-roode pannen van 't groote huis aan de overzij, over de oud-grauwe kanten van den grooten toren, die zoo trotsch kon staan in de wisselende lucht. De lente wou nog maar niet goed doorbreken grijs en guur, met een scherpen Noord-Oostenwind zou deze dag wel weer vergaan. Misschien als 't zonnetje wat winnen kon. In gewoonte-doen had Piet in den werk-ochtend de lucht bekeken, al gauw gezien het treurig lot voor den nieuwen dag. Toen deê-ie z'n jasje uit, hing 't aan den verroesten spijker bij 't raam, en ging 't oude potkacheltje wat aanmaken. Later op den dag kon 't wel weer uitgaan, als de kilte eerst maar wat geweken was.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1986 | | pagina 11