tijd al behoorlijk last van het water had. Zeg maar rustig 'overlast' want men kon het
polderwater niet kwijt. En als bij Berkel het hoogstaande polderwater tot probleemsi
tuaties zou leiden dan hadden de omliggende ambachten daar vrijwel zeker ook last
van. Gezamenlijk overleg was dus geboden. De oplossing vond men door het water
boven de dam bij Overschie via de Schie en de Poldervaart af te voeren.
Het betekende wel dat er in de zeedijk een nieuwe sluis gebouwd moest gaan worden
waarbij de belanghebbende ambachten in evenredige mate voor de kosten moesten
opdraaien. Speciaal het onderhoud werd hieronder begrepen want juist daarin lag de
grootst mogelijke veiligheid besloten. Het besluit tot de bouw van deze sluis werd in
1320 genomen en hoewel er aan de besluitvorming deelgenomen werd door dertien
ambachten, waren het er toch maar vijf die onderhoudsplichtig werden gesteld. De
samenwerking tussen de dertien ambachten is gebleven en heeft geleid tot het huidige
Hoogheemraadschap Delfland waarin het ambacht Berkel niet meer voorkomt om
dat het nu in het Hoogheemraadschap Schieland thuishoort. Ooit hebben deze beide
organisaties hun grenzen bepaald en daarbij is de Schie als een natuurlijke schei-
dingsgrens opgenomen. Maar, zoals gezegd, er waren maar vijf ambachten onder
houdsplichtig gesteld en door elk van deze ambachten één sluis aan te rekenen werd
vermeden dat één enkel ambacht zijn plichten aangaande het onderhoud zou ver
zaken. Een complex van vijf sluizen dus. Eén voor elk van de ambachten Hof van
Delft, Berkel, Vrijenban, Pijnacker en Kethel. Vijf sluizen werd al gauw -
Vijfsluizen.
Lange tijd zou het complex sluizen er een zijn dat beantwoordde aan het doel waar
voor het gebouwd was. Maar de zeespiegel steeg nog steeds en de poldergrond zakte
nog steeds in. Want vooral veengrond die opdroogt neemt nooit meer zoveel vocht op
als vóór het opdrogen. Hierdoor wordt het volume kleiner en zakt het niveau. Nu geeft
zakkende grond hetzelfde effect als stijgend water en zo kwam het dat heel langzaam
hetzelfde probleem zich weer aan den volke openbaarde. Men dacht al aan bemaling
maar gezien de hoogteverschillen zal men daar direct geen oplossing in gezien heb
ben. Ook was men daarmee gebonden aan windmolens omdat andere molens nog
niet waren uitgevonden. Ook hier zal de opvoerhoogte het grote knelpunt zijn ge
weest. En wél hoog water hebben en géén wind geeft ook niet zoveel resultaat. Toch
werd de roep om maatregelen steeds sterker, al gebeurde er niets. Er gebeurden na
tuurlijk wel andere dingen, want inmiddels had de Tachtigjarige Oorlog al voor veel
ellende gezorgd. Onder meer bij de Vijfsluizen was een detachement Spanjaarden ge
legerd die dit punt strategisch als heel geschikt hadden bevonden. Maar zoals het op
veel plaatsen wel voorkwam waren die kampementen bijna nooit doorlopend door
hetzelfde leger bezet. Toen in 1574 Leiden door de Spanjaarden belegerd ging worden
zullen de troepen bij de Vijfsluizen óf geheel verdwenen óf sterk ingekrompen zijn.
Het verhaal over Leidens ontzet is genoeg bekend zodat we daarover niet uitwijden.
Toch kunnen we er niet omheen er iets van te vertellen wat minder bekend is. Op 30
juli van datzelfde jaar hebben de Staten van Holland opdracht gegeven tot het
openen van sluizen. Zo ook de Vijfsluizen. Via de Poldervaart stroomde het water nu
in tegengestelde richting en met tegengestelde bedoeling. Het water MOEST stijgen.
Het land MOEST onder water komen te staan en om dat te bereiken werden bij
Delfshaven en ten oosten van Rotterdam zelfs de dijken doorgestoken. We zien dat
148