WINTERTOOI
H. Kiela
Er is een fikse sneeuwbui over de stad gevallen. De zwaar van sneeuw bezwangerde
lucht wijst erop dat er nog wel meer zal volgen. Het werk is gedaan en de mensen
spoeden zich huiswaarts. De tijd van de gezellige winteravonden is aangebroken. Bij
de warmte van de zacht gloeiende potkachel en in het schijnsel van de olielamp
amuseren de mensen zich met ganzebord en domino.
Het plaatje toont de Korte Haven aan het begin van de twintiger jaren. Door de varia
tie in gevelbreedte en hoogte zijn de panden een plezier om naar te kijken. Als legpuz
zelstukjes steken de scherp getekende klokgeveltjes af tegen de sneeuw. Aan de
noordkant van deze haven zijn een aantal kleine bedrijfjes gevestigd waar ambachte
lijke arbeid wordt verricht. In het eerste pand van rechts wonen de families J.J.A v.d.
Berg en J. van Alphen. Hun beroepen zijn respectievelijk koper- en blikslager en met
selaar. Het huis daarnaast wordt bewoond door broodbakker Laurentius van der
Krogt en zijn gezin. Aan de deur van hun woning wordt een praatje gemaakt. Achter
de dan volgende poort is een doodlopend straatje met slechts één huisje dat wordt be
woond door de loswerkman P. de Wolf en de koopman F. v.d. Heiden. Aan de andere
zijde van de poort is de adjunct-gemeentebode C.J. Duimel gehuisvest. Dan volgt er
een naamloos steegje, dat uitkomt in de Vlaardingerstraat. Verder zijn in dit rijtje
panden gevestigd: aannemer N. Krabbendam en mandenmaker M.J. Bokhorst. De
laatste adverteert met de volgende opsomming: mandwerk, rieten stoelen, houtwaren en
borstelwerk. Fabrikant van demyohns, korfflesschen en manden. Werkmeester J. Vis be
woont het huis met de twee dakkapellen. Zijn buurman is G. Krabbendam, koopman
in lompen, groothandel in metalen en touwwerk. Ook de afgebeelde handkarren wor
den door hem verhuurd. Als laatste in dit rijtje is gevestigd C.H.M. v.d. Tuijn, win
kelier in ijzerwaren, kachels, fornuizen enz.. In dit jaargetijde zeker geen overbodige
vertegenwoordiger van de middenstand.
De Korte Haven vormt de verbinding tussen Lange en Nieuwe Haven. Richting Nieu
we Haven versmalt de haven en mondt uit in een heul onder het wegdek van de West-
vest. Het donkere schot op de achtergrond is een schuif. Als deze is neergelaten wordt
de verbinding tussen Korte en Nieuwe Haven onderbroken. Aan het andere einde
van de Nieuwe Haven bij de Hoofdbrug, is de Varkenssluis. Wordt ook deze sluis ge
sloten dan is het waterpeil van de Nieuwe Haven niet meer afhankelijk van het peil in
de Korte, Lange en Buitenhaven.
Het hoge huis op de Westvest aan het eind van deze haven is de woning van de bran
dersfamilie Jansen. Misschien door hoge nood gedreven is de hond het enige levende
wezen dat de zuidzijde van deze haven bevolkt. Als sluitstuk van deze compositie to
rent hoog boven de huizen het slanke silhouet van bakkersmolen De Drie Koombloe-
men aan de Vellevest, eigendom van Wed. J. Kouwenhoven.
De fotograaf die al dit fraais heeft vastgelegd is H.M.J. Kamman uit de Lange Kerk
straat 70.
161