UIT DE NALATENSCHAP VAN DAAN VAN DER ZEE I In de jaargangen 1955 en 1956 van het blad de Schiedamse gemeenschap zijn een aan taljeugdherinneringen van Daan van der Zee te vinden. (1) Deze artikelen ontleende Van der Zee grotendeels aan een ongepubliceerd manuskript getiteld Mensen in mi lieu's uit mijn leven. Herinneringsbeelden. Dit werk schreef Van der Zee in de oor logsjaren, gedurende de periode 25 mei tot 17 juli 1944. Hij was toen geëvakueerd naar Velp, omdat zijn huis in het duingebied van Den Haag in opdracht van de Duitsers ontruimd was. In het manuskript laat Van der Zee een aantal mensen de revue passe ren om de verschillende milieu's waarin hij gewoond en gewerkt had te beschrijven. Uit Mensen in milieus uit mijn leven hebben we de vier hoofdstukken geselekteerd die over Schiedam gaan. U kunt deze dus grotendeels terugvinden in de Schiedamse Ge meenschap, maar in deze aflevering en in de volgende vindt u de oorspronkelijke tekst, die ons interessant genoeg lijkt om integraal te publiceren. In de hier afgedrukte schets komt het eerste milieu van Van der Zee aan de orde, nl. dat van de kurkenfabriek van zijn vader Het Anker. Hij nam de werknemer Piet van Woensel als invalshoek. Terintroduktie nog het volgende: Daniël van der Zee werd op 16 juni 1880 geboren als zoon van Bemardus van der Zee (geb. 1853) en Lena de Koning (geb. 1855), die in 1878 in het huwelijk waren getreden. Zijn vaderwas een bekwaam vakman in één van de kurkenfabrieken die Schiedam rijk was. De kurkenfabrikage was een afgeleide van de jeneverindustrie. Het aantal kurkensnijders nam snel toe, toen men in de jeneverstokerijen op grote schaal flessen als verpakkingsmateriaal ging gebruiken. De cijfers laten de ontwikkeling zien: in 1851/52 waren er drie kurkenfabrieken, waarvan er één zes knechts had, de beide andere samen vier. Tien jaar later bedroeg het aantal knechts vijftien, in 1871 achtentwintig. In 1881/82 waren er zeven kurken fabrieken met negenentwintig knechts, in 1891/92 vijf met twintig arbeiders. De ach teruitgang van de branderijen en de intrede van de machine betekenden voor het grootste deel van de fabrieken omstreeks de eeuwwisseling de ondergang. (2) Van der Zee zette een eigen bedrijf op toen zijn aanstaande schoonvader, die tot de midden stand behoorde, er bezwaar tegen had dat zijn dochter met een werkman trouwde. Om die belemmering uit de weg te ruimen begon Van der Zee een eigen kurkenfa briek, Het Anker. Er heerste toen een hoogkonjunktuur in de jeneverindustrie. Maar de neergang van deze industrie en de toenemende konkurrentie van het grootbedrijf maakten later dat Van der Zee een zorgelijk bestaan had. Deze problematiek ver werkte Daan van der Zee in zijn roman Om het bestaan. Roman van den nieuwen tijd. Deze publiceerde hij in 1912 en was opgedragen aan zijn vader. Het verhaal gaat over de problemen van een kurkenfabrikant (Brakels), die het niet meer op kon nemen te gen de konkurrentie. Wat hij ook probeerde - het bedrijf ging ten gronde. Van der Zee, die inmiddels christen-socialist geworden was (3), vertolkte in deze roman ook het socialistisch inzicht, dat het kapitalisme gekenmerkt wordt door een moordende kon kurrentie, die ertoe leidt dat een toenemende koncentra tie in het bedrijfsleven 136

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1986 | | pagina 4