te houden. Deze zouden eens per maand in de zes wintermaanden worden gehouden. Hiervoor werden hetzij sprekers van buiten hetzij van binnen de stad aangetrokken. In de loop van de negentiende eeuw werden vele sprekers naar Schiedam gehaald zoals prof', dr. J.H. van der Palm, J.F. Bodel Nijenhuis, Cd. Busken Huet, JJ. Cremer, A. Pierson, Nicolaas Beets etc. Ook het bestuurslid F. Haverschmidt hield regelmatig lezingen. Aangezien de leesvergaderingen in het begin van deze eeuw steeds slechter werden bezocht, werd eerst het aantal lezingen verminderd, waarna in 1931 werd be sloten geen leesvergaderingen meer te houden. Waren deze lezingen uitsluitend bestemd voor de leden, in 1860 werd besloten ook voor de handwerksman jaarlijks zes lezingen te houden en wel zgn. volksvoorlezin gen. Hoewel de belangstelling voor deze lezingen aanvankelijk groot was, werden ze in 1875 wegens gebrek daaraan voorlopig gestaakt, terwijl in 1888 moest worden ge constateerd dat ze door 'een geheel andere klasse van personen' werden bezocht die ook hun vrouwen meebrachten, als gevolg waarvan er nauwelijks meer sprekers wa ren te vinden. In 1890 werden de lezingen voorgoed gestaakt. Op voorstel van het hoofdbestuur der maatschappij werd in 1842 besloten tot de op richting van een bewaarschool, waarvoor in het daarop volgende jaar een gebouw in de Nieuwstraat werd afgestaan door mej. C.M. Loopuyt. Het bestuur van deze school, die op 1 november kon worden geopend, bestond uit een commissie van zeven leden uit het departement. In 1863 werd een tweede bewaarschool opgericht, waarvan de bouw werd gefinancieerd door mej. Alida Loopuyt. Uit dankbaarheid werd aan deze school, die was gevestigd in de Leliestraat, de naam gegeven van Alida-Bewaarschool. Het bestuur van de bewaarschool werd aangevuld tot tien leden en benoemd tot di rectie der beide bewaarscholen. Toen in 1883 het gebouw van de bewaarschool in de Nieuwstraat door J. Loopuyt aan het departement werd geschonken, werd deze, ter herinnering aan mej. C.M. Loopuyt, de naam gegeven van Maria-Bewaarschool. Aangezien de beide scholen in steeds grotere financiële moeilijkheden raakten, de gebouwen ondoelmatig werden en het departement niet bij machte was de steeds gro tere tekorten te dekken, werden deze in 1918 in huur genomen door de gemeente en werd het onderwijs van gemeentewege voortgezet. Het bestuur der scholen bleef nog slechts verantwoordelijk voor de financiële afwikkeling en voor het beheer der fondsen. In 1934 werd voor dit beheer een aparte stichting in het leven geroepen. Een andere instelling op onderwijsgebied werd gesticht in 1844 toen een zangschool werd geopend met als hoofdonderwijzer Wouter Hutschenruyter. In 1855 werd deze school wegensden ongunstigen staaf opgeheven en werd haar taak overgenomen door een particuliere zangschool. In 1874 echter werd er opnieuw een zangschool op gericht, waaraan in het daarop volgende jaar een pianoklasse werd toegevoegd. Sindsdien werd gesproken van de muziekschool. Toen in 1880 de afdeling Schiedam der Maatschappij voor Toonkunst werd opgericht, besloot het departement het be heer van de school over te dragen aan genoemde maatschappij. Toen in 1853 een beroep werd gedaan op het departement om te komen tot de op- 135

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1987 | | pagina 23