Hij verwoordde zijn verlies in de twee volgende gedichten:
Afscheid van Lena
overl. 17-6-1988
Met laatste blikken
keek zij in het rond
en zocht en vond
mijn grage mond.
Ik luisterde
en zij fluisterde
alvorens af te drijven
'Ik wil bij jou blijven
Had ik...
Als ik opsta
dan kan ik wel huilen
van al het verdriet wat ik leed
de lege plaats aan mijn zijde
zo onverwachts is toch wel heel erg wreed.
Ik mocht
mijn leven met je delen
in voor- en tegenspoed
en was schraalhans soms keukenmeester
de burgerpot was altijd goed.
Ach had ik
met haar kunnen ruilen
zij had het leven zo lief
genoot elke dag van haar boeltje
en ik die mocht blijven voel mij een dief.
J. de Raat
1988
De Raat in 1946 aan het werk op molen 'De drie Koombloemen'
(Foto: Gerard Batelaan)
129