Tegen de winter verscheen de mosselman met een handwagen vol mosselen.
Met zijn kreet 'Zeelandse mosselen, grote', met de klemtoon op 'landse' probeerde hij
zijn waar te slijten. Als jongens gnuifden wij om zijn kreet, want wij leerden op school
dat het Zeeuwse moest zijn. Misschien wist de man dit ook wel, maar daarmee kon hij
niet zo goed uithalen.
Ook de visboer was van de partij met de helft van zijn wagen gevuld met platvis tussen
de brokken ijs en de andere helft met in zand kronkelende palingen. De bloemen-
koopman en de man met tuinaarde 'goed voor uw kamerplanten' waren ge
regelde gasten.
De meesten van voornoemde lieden hadden geen eigen handwagen maar huurden
deze bij waterstoker Meerhof in de Middelharnissestraat. Je kon deze wagens per uur
huren en daarvan werd dan ook bij verhuizingen veelvuldig gebruik gemaakt. Meest
al was er niet veel huisraad en ook geen grote stukken, zodat met behulp van een
buurman het karwei in een paar uur was geklaard.
Omstreeks Kerstmis liep er iemand door de straten met de roep 'haze- en konijnevel-
len'. Velen hadden in de tuin of op het balkon een hok om een konijn vet te mesten,
dat dan als kerstbout moest dienen. Het werd door de mensen zelf geslacht en het
bloederige vel bleef over.
Wij vonden het maar een griezelig gezicht als wij de man met de bebloede vellen over
zijn schouder tegen kwamen. In veel arme gezinnen was het enige stukje vlees dat er
in een jaar op tafel kwam.
De zondagse wandeling
Aangezien de Gorzen maar weinig groen kende - het dichtsbijgelegen plantsoen was
de Plantage - was de gang op zondag van vele Gorzenaren door het sterrebos naar de
Maaskant bij de Villa van Wilton.
Het klinkt me nu vreemd in de oren, maar destijds werd altijd de klemtoon op kant ge
legd. Deze Maaskant was het einde van de zogenoemde kilometerlaan, die ongeveer
bij de huidige Julianalaan begon. Er stond een vrij lange witte zitbank, waarachter
een klein mastbos dat het mogelijk maakte daar 'boompje verwisselen' te spelen. Ook
langs de waterkant stonden bankjes evenals een consumptietent.
Op deze plaats ligt nu het laatst gegraven bouwdok met de van verre zichtbare rijden
de kraan.
Tot 1920 kon men binnen een kwartier langs de zijkant van de zwemschool (dus
haaks op de Westfrankelandsedijk) rechtstreeks langs de fabriekspoort van de
Scheepbouw-maatschappij 'De Nieuwe Waterweg' naar de Maaskant lopen. Het in
1913 gegraven eerste gedeelte van de Wilhelminahaven eindigde toen bij de zwem
school. In 1921 werd het tweede gedeelte van deze haven evenwijdig aan de Westfran
kelandsedijk gegraven, zodat men alleen rond deze haven via de Adm. de Ruijter-
straat de Maaskant nog kon bereiken, hetgeen een klein halfuurtje vergde. Het meeste
was hierdoor het personeel dat bij deze scheepswerf werkte en voor een groot deel in
de Gorzen woonde, gedupeerd.
In de eerste tijd staken nog een paar honderd arbeiders per roeiboot, die zij dan geza
menlijk huurden, de Wilhelminahaven over vanaf een drijvend plankier aan het be
gin van de Havenstraat. Wanneer de fabriek uitging stonden wij daar dikwijls te kij-
49