Rij 5: Coba van der Steen, Wim de Bree, Nel Eisberg, Kees Put, Lena Goudappel,
Grietje van der Waal, Jannetje Dirksen.
Klas 3b van de lagere school in de Zwartewaalsestraat, 1919
Tot mijn verrassing belde een paar maanden later mijn 85-jarige schooljuffrouw mij
vanuit Schoonhoven op; ook zij had het blad in handen gekregen en bezat eveneens
nog een foto met alle namen. Vanzelfsprekend hebben wij toen een aantal leuke her
inneringen opgehaald.
Behalve dat de meeste meisjes een strik in het lange haar droegen, hadden vele jon
gens een opvallende strik op hun blouses; ook de matrozenkraag was toen blijkbaar
'in'. Hun haardracht beperkte zich tot een kuifje of kaal, dit laatste had zowel finan
ciële als hygiënische redenen.
Omtrent het lange haar van de meisjes is nog wel iets interessants te vermelden. In de
hogere klassen kwamen langzamerhand één of meer vlechten voor, maar er kwam
niemand bij de kapper; in de eerste plaats was er geen geld voor en verder was in de
hele Gorzen geen dameskapper te bekennen. De barbier was uitsluitend voor man
nen en jongens en het opschrift op de etalageruit vermeldde dan ook: 'Scheren en
haarsnijdenhieraan zou geen vrouw zich wagen. Thuis werd later met een in het gas
verwarmde friseertang door de moeders golven in de lange haren van de dochters ge
maakt. Zo tussen 1925 en 1930 kwam het polka- en bebophaar uit Amerika over
waaien en hier in de mode. Vóór die tijd gingen de meisjes rond de 16 jaar hun haar
opsteken met knotje op het hoofd, waarbij dan tevens de lange rok zijn intrede
deed.
40