keer tussen Schiedam en Rotterdam was groter dan in omgekeerde volgorde. In te
genstelling dus met eerder gedane uitspraken bleek dat er een enorme behoefte ont
stond om contacten op te nemen met Rotterdamse aangeslotenen. In 1926 was het to
taal aantal gesprekken Schiedam-Rotterdam: 971371 en Rotterdam-Schiedam:
872052.
Gemiddeld waren dus per dag 5050 gesprekken gevoerd met als laagste gemiddelde
de maand januari met 4103 gesprekken per dag, het hoogste gemiddelde met 5711 ge
sprekken per dag was de maand november, dit aantal was in 1924 toen er nog geen
streeknet was slechts 394. Deze aantallen stegen jaarlijks en reeds in 1927 werden
meer dan 2 miljoen verbinbingen tot stand gebracht tussen Schiedam en Rotter
dam v.v.
Inmiddels was het saldo gegroeid tot ruim 18.000 gulden en omdat de secretaris
penningmeester verbonden was aan de Kamer van Koophandel met als zetel Vlaar-
dingen, had men een gedeelte van dit saldo geplaatst op de spaarbank te Vlaardingen
en zodoende had de vereniging in 1927 een bedrag van 16.257,30 staan op de spaar
bank in Schiedam, 2.568,11 op de spaarbank te Vlaardingen en slechts 22,86 op de
postrekening. Het aantal leden bleef schommelen rond de 600. Van het bij de aanvang
van het streeknet geheven entreegeld werd jaarlijks de contributie van 1,~ betaald.
Administratief werd dit verwerkt door aan de ontvangstzijde als inkomsten aan te ge
ven, dat het bedrag (aantal leden x 1,~) als ontvangsten werd geboekt. Datzelfde be
drag werd afgetrokken van het totaalbedrag van de entreegelden.
Bij tussentijdse uittreding werd het entreegeld, verminderd met het aantal jaren dat
men lid was geweest x ƒ1,— terugbetaald. De financiële toestand van de vereniging
was zo gunstig dat men in 1928 een stadium had bereikt, dat de gegarandeerde reduc-
Het binnen- en buitenpersoneel van het telefoonkantoor aan de Gerrit Verboonstraat met o.a.
de heren van der Leur, van Oortmersen, Sanders, Schilfer en der Weduwe.
92