le, hale, haaaaaale', dat weet ik nog wel. Op de vismarkt was het dan een drukte van belang. Kerssen begon de afslag met 'n partijtje vis, noemde dan een hele reeks getal len, totdat er opeens iemand uit het publiek riep: 'Mijn'. Dan vloog er een rode zak doek of een theedoek over de hoofden naar de visvrouwen die de vissen met 'n vuilnis- blik opschepten en in de doeken pakten. Maar alles bij elkaar was dat wel een hele drukte. De visvrouwen, vrouw de Nijs en den Dunnen waren altijd present, kompleet met vuilnisblik. Het is jammer dat de vismarkthal verdwenen is, want als curiositeit met de mooie gietijzeren staanders en schuinkoepeldak was hij vast en zeker vandaag aan de dag nog een mooie bezienswaardigheid geweest. De allerlaatste visafslag werd gehouden in februari 1938. Daar was ook nog een soort requiem aan gewijd en luidde als volgt: Helaas je bent ten dode opgeschreven De raad besloot en dus word jij gesloopt Hoevelen hebben nog vergeefs gehoopt Dat jij in oude luister zou herleven Je dak gekraakt, leunt moe op de pilaren Boven de hallen van verbrokkeld steen Een willige prooi der jeugd, waar rondom heen Bescheiden huisjes zich meewarig scharen 't Is lang geleden, dat weeklijks in de haven De schokkers lading losten vers uit zee Piet Kerssen afsloeg en door Jaan de Ree Werd uitgelegd, die beide zijn ten grave Door heel Schiedam galmde het koperklinken Men hoorde luid de stem van Blok Die heel secuur de zooitjes aanwees met 'n stok Toen kon jij vismarkt o zo gezellig stinken P.S. Bovenstaande rijmen uit de uitgave van 'De Schiedamse Gemeenschap'. 102

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1989 | | pagina 26