gelen op het gebied van de spoeling ter bescherming van het milieu in de stad Schie
dam. Voor het spoelingdistrict rond Schiedam was het Hoogheemraadschap
Delfland bevoegd wettelijke maatregelen te nemen. Door het enorme aanbod van
spoeling was de intensieve varkensmesterij zo toegenomen, dat in 1722 een keur tot
stand kwam om ter bescherming van het milieu, de zuivel- en kaasmakerij, te verbie
den dat de varkensmest zo maar in de sloten van de polders van Delfland werd af
gevoerd op straffe van een boete van 25 gulden.
In een bijlage bij dit artikel geef ik een extract uit deze keur van 1722 weer, waaruit
de kringloop: branderijen- spoeling-varkenshouderij-mest duidelijk valt te lezen. De
bouwlieden ('de boeren') waren genoodzaakt maatregelen te nemen opdat hun colle
ga's zuivel en kaas konden blijven bereiden. De kosten van deze maatregelen zullen
ongetwijfeld het profijt van de intensieve varkenshouderij gedrukt hebben maar uit
de lijst van weerbare mannen van 17472 betreffende Kethel en Nieuwland blijkt dat
de meerderheid 'vermogend' was en een snaphaan geweer) had. M.i. mag gecon
cludeerd worden dat in het spoelingdistrict ten noorden en noordwesten van Schie
dam sprake was van een redelijke welvaart, die door energieke veeboeren te bereiken
viel3. De spoeling speelde daarbij als bijprodukt van de branderijen te Schiedam4
een hoofdrol.
Bijlage: extract van een keur van het Hoogheemraadschap Delfland uit 17225.
Keure, verbiedende dat geen mist, gier of vuyligheid van varkens of varkensschotten,
mag loopen in de wateringen of slooten van eenige polders in Delfland.
Aan Dijk-Graaf ende Hooge Heemraden van Delf-Land/zoo mondeling als by
requeste vertoont zijnde/door eenige ingelanden ende opgezeetenen van de Nieuwe-
landse polder/onder den Ambagte van de Kethel dat het mesten van varkens/en tot
het maken van schuuren tot het voorschr. mesten met spoeling van Koren-
Brandewijn en Gedistilleerde Wateren/zoodanig quam te accresceeren/en met spe
ciaal in de voorschr.Nieuwelandse polder tot zoo groote meenigte was toegenomen/
en nog voor handen was dat meer varkens- schuuren zoude werden opgeslagen ende
getimmert/dat boven dien de Meesters of Eigenaars/meest alle niet meerder land in
de voorschr. polder waaren bezittende of gebruykende/als alleen dat geene het welke
tot het stellen van een varkens-schuur en het mesten van varkens noodzakelijk was/
dat wijders de voorschr.varken-mesters gantsch geen voorzorg ofte precautie
gebruykte/om de Gier of Mist van de voorschr. varkens/gesepareert en afgescheyden
te houden van 't gemeene polderwater/tot het maaken van suyvel en landbouw
noodsakelijk/waar uyt onvermydelijk resulteren moest/dat het voorschr.water door
die Vuyligheyd telkens geïnfecteerd werdende/het weyland-vee in de voorschr. pol
der van zuyver water wierd ontset/en gedwongen was vuyl en stinkent water te
drinken/dat boven dien der huysluyden wooningen werdende omloopen van stin
kend ende geïnfecteerd water/de voorschreve huysluyden wierden buyten staat ge-
stelt van eenig goed suyvel van booter of kaas te maken/ende over zulks van de vrug-
ten van haar landen wierden gepriveert.
177