rij op de Noordvest. Ook deze vergadering was druk bezocht. Er waren zo'n tweehon
derd mensen gekomen in verband met een pijnlijk gerucht. Het SDAP- orgaan 'Voor
waarts' had geschreven dat het communistische raadslid F. was overgegaan naar het
fascisme. F. sprak dit tegen in een toespraak die niets aan duidelijkheid te wensen
overliet. Hij was en bleef communist. Hoe anders zou het lopen...
Kort daarna trad F. namelijk toe tot de NSB. Dat gaf een grote deining. Voor de com
munisten was F. een verrader net als enige andere communisten die eveneens naar
de NSB waren overgegaan. Maar ook bij de NSB zag men de overgang van F. niet
zonder argwaan. Zo kwam op een propaganda-avond op 21 februari 1934 de vraag
naar diens politieke zwenking aan de orde. De spreker op die avond, Overwijn, vroeg
zich af waarom deze zich niet zou kunnen verbeteren. F. zag nu volgens hem in dat
hij langs de weg van het nationaal-socialisme iets voor de arbeiders kon bereiken.
Ook buiten de stadsgrenzen trok de zaak-F. de aandacht.
F. was namelijk spreker op eer^NSB-vergadering in Amsterdam. Uit de krant hebben
we de volgende sfeertekening 'De zaal was stampvol en toen de heer F. het
woord nam, werd hij door een groot aantal communisten uitgejouwd: vrouwen
krijschten en de mannen riepen in koor: weg met den verrader! Het duurde geruime
tijd voor de heer F. zich weer verstaanbaar kon maken; telkens laaide het lawaai weer
op. Er werd geroepen: wat verdien je bij de NSB? Toen de orde-commandanten en re
chercheurs wat rust hadden weten te scheppen, beantwoordde de heer F. die vraag
met: 'Vijftig gulden voor deze spreekbeurt. En dan krijgt ik ook nog evenveel van ir
Mussert en van een rijken Rotterdammer!' Later deelde hij mee dat dit natuurlijk
maar een grapje was: hij doet alles uit overtuiging en ontvangt van de NSB geen cent!
Tijdens de rede van den ex-communist ontstond nog een schermutseling in de zaal en
werden klappen uitgedeeld. Enige bezoekers werden naar buiten gewerkt en toen er
politie in uniform in de zaal verscheen, werd het wat rustiger, maar nu en dan laaide
de herrie toch weer op'.
Toen de vergadering beëindigd werd, hieven de communisten de Internationale aan
en riepen de NSB-ers: Hou zee!
Behalve de reeds genoemde propaganda-avonden, vermelden we nog de volgende:
Op 2 november 1933 en 8 maart 1935 sprak wederom Vlekke
Op de eerste avond stelde Vlekke de corporatieve staatsidee tegenover de parlemen
taire staat en deed hij een felle aanval op de linkse partijen, bestreed hij de binnen de
rooms-katholieke kerk levende bezwaren tegen de NSB en beklemtoonde hij dat de
NSB achter het vorstenhuis stond en de koningin juist meer bevoegdheden wilde ge
ven. In zijn rede in 1935 deed Vlekke wederom een aanval op de parlementaire de
mocratie. Nu moest vooral de regering-Colijn het ontgelden, die regeerde ten koste
van de armsten:
'De corporatieve staat, met de waarachtige volksinvloed zal pas dan gevestigd wor
den, wanneer de partijpolitiek geëindigd is, want nooit zal de NSB hem door revolutie
vestigen. Het is begrijpelijk dat het geheele politieke stelsel tegen de NSB is en daar
om is het de plicht van een ieder om mede te werken aan den opbouw van een geluk
kig en beter vaderland, met een welvarend volk, dat geregeerd wordt door onze geëer
biedigde koningin Wilhelmina'.
50