'L. en M. ondervroegen me indringend. Van wie zijn ze? Als U dit niet zegt, bent U
verantwoordelijk. Ondertussen tikte L. steeds maar met zijn potlood op tafel.'
Van Hartingsveld ging hier niet op in. Door verraad werden de bezitters toch op
gepakt. Ze werden tot gevangenisstraf en werk in Duitsland veroordeeld. Ze zijn ge
lukkig allemaal teruggekomen.
'Maar het verraad maakte je nog onzekerder. Je kon niemand vertrouwen! Dat is ook
één van de redenen, dat er geen mensen ondergedoken gezeten hebben op het GTB-
complex. Wel zijn werknemers aktief geweest in het verzet. Ik noem bijv. de
familie Donkers'.
Uiteraard herinnert Van Hartingsveld zich nog goed het uitbreken van de oorlog.
'We zouden 's nachts grote luchtbeschermingsoefeningen krijgen, 's Morgens om een
uur of zes begonnen de sirenes te loeien.
Ik ben toen snel naar de fabriek gegaan. Daar waren de eersten, waaronder directeur
Doets, al bezig klaargezette zandzakken tegen de muren van het kantoor te plaatsen.
Onderweg naar de fabriek had ik een vliegtuig van de Nederlandse luchtmacht bran
dend omlaag zien komen. Er waren Duitse vliegtuigen in de lucht, die voort
durend schoten.
In de oorlogstijd hadden we verschillende posten in de stad, waar leidingen en kabels
waren opgeslagen. Deze posten waren 's avonds en 's nachts ingedeeld met personeel
om direct te kunnen optreden in geval van calamiteiten, bijv. indien door bommen
leiding- of kabelbreuk zou ontstaan. Al deze posten werden door mij gecontroleerd,
zodat ik meestal om twaalf uur thuis kwam, om 's ochtends om zeven uur weer op de
fabriek aanwezig te zijn. Ons bedrijf was een continubedrijf. Je wist dat iedere avond
een seintje kon komen, dat je naar de fabriek moest gaan als er wat gebeurd
was.'
Op het bedrijf was een schuilkelder.
'Dhr. Doets had daar erg achterheen gezeten. De kelder was van beton en was be
stand tegen zware aanvallen. Hij was voorzien van water, luchtpompen (die we zelf
moesten draaien) en gasdichte deuren. Gelukkig hebben we dit alles nooit
hoeven te gebruiken.
Eerst hadden we het licht alarm (dat betekende dat er vijandige vliegtuigen op komst
waren). Dan moesten we allen naar de schuilkelder, fabrieks- en kantoorpersoneel.
Later is een afzonderlijk fabrieksalarm ingevoerd, waarbij alleen het fabrieksperso-
neel naar de schuilkelder ging. Het alarm kwam bij de portier binnen en de stoom-
stoker moest dan met de stoomfluit het alarmsignaal geven. Het kantoorpersoneel
had inmiddels werkruimte gekregen op de Lange Haven met daarboven de woning
van de directeur. De leiding van het verdere personeel, de gasproduktie en de dis
tributie bleven op het gasbedrijf onder mijn leiding. Iedere morgen ging ik een half
uur of langer indien nodig naar de directeur voor bespreking van de gang van
zaken.'
De gasproduktie heeft veel zorgen gegeven.
'De Duitsers pikten de geproduceerde cokes in en richtten een kolenbureau in, in
gedeeld in districten. Voor Schiedam was het hoofd van dit district de directeur van
59