In de rij
In dat laatste jaar was de 'spertijd', dit wil zeggen, de tijd datje niet buiten mocht zijn,
van 6 uur in de avond, tot 6 uur in de morgen. Wanneer we dan op zaterdag vlees
moesten halen op 'het Slootje', de St.Anna Zusterstraat, dan gingen we om zes uur
precies de deur uit; dan stonden de mensen al op hun nuchtere maag voor de
deur en zeiden:
'Schieten jullie een beetje op, want we hebben het nou al koud!'
Ik ging dan met onze handwagen, met de knecht van Maters, die recht tegenover de
Oostsingel zijn winkel had en de knecht van Engelage uit de Oosterstraat, (hun bazen
waren bij de grote razzia van 11 november 1944 van de straat geplukt en zaten in
Duitsland) naar het oude gebouw van de Vleeskeuringsdienst, het Keurlokaal, zoals
dat werd genoemd. Wie daar het eerst kwam, die het eerst maalde. Het maken van de
porties, het verdelen van het weinige beschikbare vlees, begon wanneer het ging sche-
meren, want er was geen elektriciteit, dus er kon ook niet gewekt worden zonder licht.
Ik spreek nu over de hongerwinter zo ruwweg van oktober 1944 tot aan de bevrijding.
Hadden we dan om half tien ons portie te pakken voor de hele week, en dat was heel
weinig in de laatste vier maanden; dan gingen we met de handwagen weer naar de
Singel. Er lagen op die wagen wel 3 flinke knuppels, om als onderweg beroving dreig
de van de uitgehongerde huisvrouwen, ze van de wagen te houden. Maters had zó'n
kleine portie en ook Engelage, dat ze dat op hun 'bult' namen, zoals ze zelf zeiden.
Dat laatste stuk konden ze het wel dragen. Op de hoek van de Emmastraat stond dik
wijls een troep vrouwen, die loerden op een volle bakkerskar, om hem gezamenlijk
leeg te roven. Het is gebeurd dat een bakker werd overvallen en zijn ogen van tevoren
werden bewerkt met een zakje peper; wanneer hij dan weer kon zien dan was
zijn kar leeggehaald.
De Sint Anna Zusterstraat. Het keurlokaal is het tweede pand van rechts,
(foto: collectie W.P. Rook)
70