DE GESCHIEDENIS VAN DE NEUTRALE
ORGANISATIE
Bas van Bochove
Het is 1946, een jaar na de bevrijding, als tijdens een reünie de oud-leden van de voor
malige illegale ondergrondse organisatie N.O. (Neutrale Organisatie) bijeenkomen.
Tijdens die bijeenkomst geeft de heer J. Neter, die in het verzet de naam Grote Wout
had, een uiteenzetting over het ontstaan van de N.O.
Het is merkwaardig, dat de eerste opzet van de N.O., toen het nog geen N.O. heette in
het geheel geen illegale organisatie was. Het was mevrouw Benthem-de Wilde, ge
meenteraadslid voor de SDAP en na de oorlog wethouder in Schiedam, die het eerst
uit menslievende overwegingen, er toe overging, levensmiddelenbonnen en geld te
verzamelen om hulpbehoevende Schiedammers van het een en ander te voorzien. Zij
verzamelde een aantal jongeren om zich heen, die haar bij deze taak zouden
helpen.
Heel langzaam ging dit werk van mevrouw Benthem over in illegaal werk. Immers, zij
die niet de bezetter gehoorzaamden kwamen in moeilijkheden en wisten maar al te
goed dat ze bij haar en haar groep zeker niet tevergeefs zouden aankloppen. Maar
voor dat het eigenlijk volkomen illegaal werk was, werd mevrouw Benthem door de
bezetter gearresteerd. Het werk dreigde te stagneren, maar de vijf leden van de groep
staken echter de koppen weer bij elkaar en opnieuw werd een plan gesmeed. Nu met
het doel volkomen illegaal te gaan werken met een vaste doelstelling en een behoorlij
ke taakverdeling. Dat was niet eenvoudig. Eerste vraag was: wat is het doel? Dat werd:
het verzet tegen de bezetter te organiseren. Maar tevens werd als hoofddoel aanvaard
de hulp aan onderduikers in de ruimste zin van het woord.
Dat laatste doel was in wezen een voortzetting van het werk van mevrouw Benthem.
Er kwamen taakverdelingen. In grote trekken kwamen die hier op neer: Grote Piet de
verzorging van bonkaarten en financiële middelen voor de onderduikers.
Theo de contacten. Hij moest zorgen dat er bonkaarten kwamen, persoonsbewijzen,
illegale lectuur en andere benodigdheden die uit het werk zouden voortvloeien. Een
moeilijke taak, die alleen met goed beleid tot een goed einde is te brengen.
Gré zou voor de financiële collecte zorgen, een taak die mevrouw Benthem haar reeds
had opgedragen.
Wim zou voor eventuele inlichtingen zorgen en de beveiliging voor zijn rekening
nemen. Dit was zeer zeker de moeilijkste taak. Want er was niets en overal loerde het
gevaar. Grote Wout zou de verspreiding van de illegale lectuur verzorgen en de al
gehele leiding nemen. Zo was in grote trekken de eerste opzet.
Maar nog steeds heette de organisatie geen N.O. Die naam kreeg het pas veel later en
was alleen bij ingewijden bekend. Het is bijzonder te constateren dat de naam N.O.
niet door de leden is verzonnen. Een bekende Schiedammer, bakker Vlug, werd eens
door een der medewerkers voor een onderduikers-geval bezocht. Er was intussen een
tweede organisatie opgericht, die een afdeling van de L.O. was, de Landelijke Or-
(bewerking)
81