tenslotte was er nog de afdeling van Inez. Inez ging met haar mannetjes met een vrachtauto de kampen af en probeerde Nederlandse mannen mee te krijgen. Ze is zelfs tot diep in Duitsland geweest. De promotor van dit werk was de heer Deetstra. Wanneer men de opsomming van al die werkzaamheden leest, begrijpt men dat er heel wat organisatorisch talent nodig was om alles goed te laten verlopen. En zeker als men bedenkt dat het illegaal werk was, gedaan met gevaar voor eigen leven. Door de vele werkzaamheden liep het bestuurlijk niet vlot. Vandaar dat werd besloten uit alle geledingen van de burgerij een vertegenwoordiger te kiezen die zijn of haar sporen in de N.O. reeds had verdiend. Zo werd het bestuur uitgebreid met de heren Willemse, Van Linschoten en Bouvet, terwijl later nog werden opgenomen Pater Ex en de heer Matteman. Ook aktief waren dr. Kuiper en de heer Van der Blom, scriba van de Gereformeerde kerk. Fantastische resultaten werden bereikt op het stadhuis, de distributiedienst, het arbeidsbureau en de politie. Contactman bij de politie was Prein (schuilnaam Henri). Verder van de Katholieke kerk pater Van Kesselen en kapelaan Hazelaar die de N.O. steeds van de allerbeste inlichtingen hebben voorzien. Hoofdkwartier Waar is het hoofdkwartier tijdens de bezetting geweest? Eigenlijk maar op twee plaat sen. In het begin in de Warande op nummer 57 en later in de Rembrandtlaan 79b. Om veiligheidsreden evenwel werd het hoofdkwartier wel eens voor korte tijd verlaten en wanneer beide adressen uitgeschakeld waren fungeerde steeds Tollensstraat nummer 10 als opvang. De bewoonsters, mevrouw Noomen, mevrouw Veldhuizen en me vrouw De Waard hebben als bewoonsters van deze panden heel veel risico gelopen. Het hoofdkwartier 79b is tijdens de bezetting door de politieke politie een tijd lang ge schaduwd door de SD-agenten M„ L. en juffrouw D. De leden van de N.O. bleken echter handiger dan deze SD-agenten want soms werd heel listig onder hun ogen bij gevaar het pand leeggehaald. Want in het huis bevonden zich radiotoestellen, bon kaarten, valse stempels en persoonsbewijzen. Een andere bijzonderheid is, dat tijdens de razzia op 10 november 1944 niet één lid of medewerker van de N.O. is opgepakt. Wel een bewijs hoe ver de verzetsgeest was ontwikkeld. Dit zijn enkele passages uit de opsomming van Grote Wout, gedaan tijdens een reü nie in 1946. Waaruit blijkt welk een belangrijk werk de Neutrale Organisatie voor de Schiedamse burgerij gedaan heeft. 83

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1990 | | pagina 43