zijn, dus de ongelukkigen waren dan meer dan 14 dagen zonder eten of drinken on derweg geweest. Ongeveer 2800 van hen bleken niet meer te leven. De overlevenden waren wandelende lijken die door de ontberingen niet meer konden lopen en onder steund moesten worden. De afgebeulde slaven van het kamp-transpon zeulden grote karrevrachten lijken naar het crematorium. Papier om het gevangenenummer aan hun teen te binden was er niet meer; dus werd het nummer maar op hun borst geschreven. Er waren gevangenen die tussen de lijken bij het crematorium weer bijkwamen. Een geluk voor hen dat het crematorium de bergen lijken niet meer aankon. Gisteravond was ons verteld dat we die nacht afgemaakt zouden worden. Dat klonk ons niet vreemd in de oren, omdat dat al een paar dagen eerder aan ons was meegedeeld. 'Niet één gevangene mocht levend in handen van de Russen of Ame rikanen komen'. Het gerucht deed de ronde dat de SS het water en meel vergiftigd had, waardoor er geen soep gemaakt en geen brood gebakken zou kunnen worden. Nog steeds waren de wachttorens bezet door de SS en de mitrailleurs stonden drei gend naar binnen gericht, naar het kamp, naar ons. Opeens jankten de sirenes, langer dan anders bij luchtalarm. Plotseling zagen we andere gevangenen langs het raam lo pen en ik rende ook naar buiten, als in een roes, weg gezag, weg regels, het was een chaos in mij en rondom mij. Vanaf de wachttorens werd geschoten op naderbij van boom tot boom sluipende Amerikaanse soldaten (ONZE BEVRIJDERS) en ze kwa men steeds nader, de SS'ers werden stuk voor stuk uit hun wachttorens geschoten, an dere SS'ers kwamen met hun handen omhoog en wilden zich overgeven. Ik was er ge tuige van dat diverse SS'ers op verzoek van de gevangenen ter plekke gefusilleerd wer den. Dat waren namelijk die SS'ers die zich dagelijks beestachtig en als beulen bij diverse werkkommando's hadden gedragen. Toen begon het, het juichen, het huilen, het schreeuwen. Ik ben terug op de wereld, ik brul. Het duurde niet lang maar voor ons was het eindeloos. Vele gevangenen werden gek van vreugde en stortten zich in de prikkeldraadversper ring en werden geëlektrocuteerd. Met hen stierven er die dag van de bevrijding nog vele honderden van honger, van emotie en moegestreden. Ze hadden hun strijd ge streden en hun doel bereikt. Ze hadden de bevrijding meegemaakt en konden niet meer. De eerste die het kamp betrad was een Amerikaanse oorlogscorrespondente en een Amerikaanse officier, maar we zagen alleen die vrouw, we omspoelden haar en wil den haar aanraken om zeker te zijn dat het geen droom was. Dat werd duidelijk niet op prijs gesteld, want we beseften niet hoe verschrikkelijk we wel stonken en hoe we onder de luizen zaten. Later kwamen de Amerikaanse militairen uit het SS-kamp met grote voorraden con servenblikken met vlees, die werden uitgedeeld. Het rantsoen was één kilo vlees per uitgehongerd skelet, maar onze magen waren niet bestand tegen het vet. We werden wel gewaarschuwd, maar niemand dacht daaraan toen het blik eenmaal open was; 92

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1990 | | pagina 52