In die tijd wordt het aantal werven gesteld op 20. De verplaatsingen van de werven ging dikwijls niet zonder moeilijkheden en er zijn, ook toen al, processen tegen de stad gevoerd. In 1599 door IJsbrant Jansz., omdat 'hem vermits 't maken van de steenen caije sijn neringhe benomen en de scheepstimmerwerve bedorve ende affhandich gemaekt is'. Maar aan de waterkant een 'heerwech' of kade is natuurlijk niets voor een scheepsbouwer, zo kan hij geen schepen tewaterlaten. En als in 1632 Boxhom een plattegrond tekent, is op de Lange Haven geen werf meer aangegeven. Op de kaart van van Deventer uit 1560 stonden de eerste werven westelijk van de L. Haven al getekend. De Lelie Een van de werven waar, veel later, wat meer over bekend is. 'De Lelie' was misschien wel een van de twee werven die in 1816 bekend waren. Omdat het bedrijf gevestigd was aan de Buitenhaven (buiten de 'stad') hoefden de schepen die daar voor reparatie kwamen geen havengeld te betalen. Tot dat, na de komst van werf 'De Nijverheid', plotseling de schepen voor havengeld werden aan geslagen. Na protest is dit weer teruggedraaid. Het bedrijf heeft ook enige tijd zeeschepen gebouwd, voor J.H. van Gent, hoewel het daarvoor eigenlijk te klein was en zij steeds weer belendende grond van de gemeente moest huren. De gemeente ging dit vervelen en wilde dit niet meer op den duur. Zij stopten toen met nieuwbouw van zeeschepen, maar repareerden nog wel. In 1871 werkten er nog 26 man, na 1880 is het bedrijf verdwenen. Dat J.H. van Gent, brander, koopman, reder, juist bij 'De Lelie' liet bouwen komt misschien wel omdat Gips protestant was en van Gent was (evenals G. Lindeman van 'De Lelie') katholiek. En wel zeer vroom. Hij is op 28 november 1859 gestorven aan koortsen in Alexandrië toen hij daar op de terugweg van een pelgrimstocht naar het Heilige Land was. Hij was daar samen met P.J. van Leeuwen (bouwpastoor Fran- kelandkerk) en P.M. Snickers (later bisschop, van Haarlem en Utrecht). Een merkwaardig fenomeen was ook de R.K. namen welke van Gent aan zijn sche pen gaf. 'De Nijverheid' Op 31 juli 1835 werd werf'De Nijverheid' in gebruik genomen. Het initiatief van bur gemeester Loopuyt in eerste instantie om de schepen van de 'Schiedamsche Scheepsreederij' zelf te kunnen bouwen. De technische leiding kreeg Comelis Gips, al heel spoedig overgedragen aan zijn zoon Dingeman Gips. Een jaar later 31 juli 1836 werd het eerste schip 'De Stad Schiedam' te water gelaten. Het volgende stond al op stapel. In 1843 werkten er 68 volwassenen en daarmee was zij een van de grotere werven. Bij de grootste werven in Amsterdam werkten toen niet meer dan 80 mensen. En zoals gebruikelijk in die tijd werktijden tot 17 uur. Ook voor de weesjongens, maar dit vonden de regenten toch te gek en bedongen dat de jongens (12-16 jaar) slechts tot 9 uur mochten werken. 105

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1990 | | pagina 5