ven moesten sluiten of door anderen werden overgenomen. Bij de crisis na de le we
reldoorlog werden in veel landen de lonen verlaagd.
In Nederland werden de arbeidstijden van 48 uur, die pas waren ingevoerd, al gauw
weer verlengd tot wat in Europa gebruikelijk was in die dagen.
Bij veel grotere bedrijven hoorden vroeger ook ketelmakerijen en dikwijls had een
werf zijn eigen gieterij. Na de oorlog werden veel hulpdiensten als schilderwerk en
stellingbouw steeds meer aan onderaannemers overgelaten. Dit beinvloed de getallen
over aantal mensen in dienst van de werven, maar zeggen daarom niet alles over
hoeveel mensen is de scheepsbouw hun brood verdienen.
Op het dieptepunt van de 30-er jaren crisis was er soms bij Werf Gusto werk voor een
tiental mensen terwijl het in januari 1932 is voorgekomen dat bij alle werven in de re
gio slechts een schip gedokt is.
In de na-oorlogse jaren heeft het een hele tijd geduurd voor de bedrijvigheid weer een
grote omvang had. Van 1952-1955 hebben bij Wilton-Feijenoord 7.000 man gewerkt,
en bij alle Schiedamse werven hebben na de oorlog ooit 10.500 mensen gewerkt. In
1988 werkten in heel Nederland in totaal 5.800 mensen bij de nieuwbouw en reparatie
van zeeschepen.
Nieuwe Waterweg
In 1905 werd in Rotterdam als volledig Engelse dochter van een Engelse rederij op
gericht 'Fumess Nephews' (Nephews zijn de neven). De zaak ontwikkelde zich zeer
voorspoedig en werd in 1912 een meer Nederlands gerichte algemene scheepvaart en
argentuur maatschappij. In 1914 werd door haar 'Scheepsbouw maatschappij Nieu
we Waterweg' opgericht, waarvan tot 1921 James Crighton direkteur zou zijn. De ves
tigingsplaats was aan de Nieuwe Waterweg en Wilhelminahaven, die mede werd aan
gelegd om de dokken te herbergen. Het werd groot en modem aangelegd en hield zich
bezig met nieuwbouw (er waren 7 hellingen!) en had vanaf 1920 ook 3 dokken voor re
paratie. Verder was er een ketelmakerij en een gieterij waar stukken tot 35 ton gegoten
konden worden.
Helaas de tijdsomstandigheden zaten niet mee. In 1918 werd door materialen schaar
ste het eerste schip vertraagd opgeleverd en na enige goede jaren trad er een periode
van teruggang in. De direktie liet zich verleiden om door te lage inschrijvingsprijzen
de zaak draaiend trachten te houden.
Bezoek van prinses Juliana op 7 juni 1933 aan de Nieuwe Waterweg om de twee delen van een 15.000
ton dok te water te laten. Op de onderste foto gaat een deel te water. Staat op de foto nu een merkwaar
dig soort erehaag van matrozen opgesteld? Dit dok voor eigen rekening kwam in de plaats van een in
Hamburg aangekocht dok maar dat tijdens het transport op 30 mijl van Terschelling bij storm vergaan
is. De direktie besloot, omdat de scheepsbouwmarkt zo verslechterd was, het dok zelf te bouwen. De 2
delen namen in totaal 4 hellingen in beslag. Tot 26-08- 59 heeft het bij de R.D.M. gelegen, daarna bij de
N.W. en is na sluiting van de werf in 1979 naar Canada verkocht waar het nu nog in dienst is.
(foto's: gedenkboek RDM)
160