derden papegaaien uit Australië die naar Schiedam onderweg waren.
Op de zolder zaten enkele valken en daar was ook de 'ziekenzaal' waar de zieke dier
en werden verzorgd.
Was het in het begin van de onderneming het voornemen van de firma Blazer om de
verzameling dieren dienstbaar te maken aan het onderwijs, in de zomer van 1928
nam de firma het besluit dagelijks - dus ook des zondags - de dierentuin open te stel
len voor bezichtiging, tegen betaling van 10 cent per persoon. Voor dit bedrag kon het
publiek zich vrijelijk in de tuin begeven om de dieren te bewonderen. Het gebouw was
niet toegankelijk voor bezichtiging, doch waren er bijzondere dieren in huis dan wer
den deze in kooien in de serre uitgestald zodat ze vanuit de tuin konden worden be
keken. Schoolkinderen hadden onder begeleiding voor 5 cent per persoon toegang tot
de tuin. Soms gingen de heren Blazer zelf naar het buitenland om een zending dieren
- die in hun opdracht was gevangen - op te halen of om één of meerdere dieren af te
leveren aan een dierentuin waaraan het door de firma Blazer was verkocht.
De eerste dag van de openstelling bezochten 61 bezoekers de tuin, doch de daarop
volgende zondag kwamen niet minder dan 1822 bezoekers een kijkje nemen in de
tuin. Binnen een maand passeerde de 10.000 ste betalende bezoeker de toegang. De
gelukkige bezoeker kreeg een mooie papegaai met een kooi aangeboden. Het waren
natuurlijk niet alleen Schiedammers die de dierentuin bezochten. Ook inkopers en
directeuren van binnen- en buitenlandse dierentuin en kwamen in het Schiedamse
depót een kijkje nemen wat er te koop was, vooral wanneer er weer een nieuwe zen
ding dieren uit het buitenland was gearriveerd.
Zelfs de Franse millionair Edmond baron Rothschild bezocht op 90 jarige leeftijd de
dierentuin om enkele exotische vogels te kopen voor zijn volières op zijn buiten te
Parijs. De baron lag met zijn jacht afgemeerd in één van de havens van Amsterdam
en was met de trein in gezelschap van zijn vrouw en een verpleegster allereerst naar
Rotterdam gekomen naar het kantoor van de firma Blazer en kwam toen met een taxi
naar de Warande. Nog in diezelfde week werd telefonisch een bezoek aangekondigd
van een twintig jarig meisje dat niemand anders bleek te zijn dan Josephine Baker.
Even voor sluitingstijd arriveerde zij in een mooie ruime Studebaker bij de tuin, in ge
zelschap van haar manager Pepito Abatino en de oudste firmant van de firma Blazer
alsmede diens echtgenote. Waarschijnlijk was voor dit bezoek bij de Politie onthef
fing aangevraagd om met de auto de Warande in te mogen rijden want zoals de straat
naam al aangaf was de Warande een wandeldreef. De firma Blazer had vergunning
voor het laden en lossen van dieren om met een lichte vrachtauto op luchtbanden
over het wandelpad te mogen rijden. Josephine's grootste belangstelling ging uit naar
de jonge dieren, de grotere dieren interesseerde haar blijkbaar minder. Ter herin
nering aan haar bezoek werd haar een papegaai aangeboden welke zij dankbaar aan
vaardde. Zelf wilde zij een jonge leeuw kopen en zij vroeg aan de heer Blazer of dat
mogelijk was. De jonge leeuw bleek niet uit voorraad leverbaar te zijn doch er kon wel
voor worden gezorgd. Zij wilde nog een dier kopen, maar kon niet zo snel op de naam
komen. Om duidelijk te maken welk dier zij bedoelde plaatste zij haar lenige armen
enigszins gekromd langs haar hoofd. Heel voorzichtig informeerde de heer Blazer of
zij misschien een koe bedoelde. Ja, ja een koe bedoel ik zo'n mooie wit zwarte. Een
beest dat je melken kan. En opnieuw was het één en al beweging en werd het melken
146