tuin staande perenbomen.
Maanden lang hebben de gebroeders Blazer en hun personeel hun best gedaan om
de dieren te vangen doch zij waren niet in staat om ze te pakken te krijgen.
Soms waren zij gesignaleerd en dan trok men er weer op uit om te proberen ze weer in
handen te krijgen. Eens waren ze ontdekt in een hoge schoorsteen van een oude bran
derij naast de dierentuin, een jongeman die zich beschikbaar had gesteld om naar
boven te klimmen ving bot, want toen hij dicht bij de apen kwam, sprongen zij op het
dak van de branderij en verdwenen in het niet. De Rotterdamse Diergaarde had een
vangapparaat uitgeleend. Het was een soort muizenval maar dan veel groter. De apen
haalden wel het voedsel uit de val, daarbij heel link de draden ontwijkend die het
deurtje lieten dicht vallen. De ontvluchtte apen werden maar steeds brutaler en dron
gen ook woning binnen. Ze wisten zich te amuseren door bij een familie op de zolder
een kist met eierkolen leeg te halen en hun vieze poten schoon te maken via de half
droge was die op de zolder hing. De apen werden zelfs gevaarlijk want ze gingen
vanuit de dakgoot voorbijgangers bekogelen met steentjes. Dit werd de politie toch
wel te gortig en zij stelde de firma Blazer in kennis van het feit dat bij waarneming van
de apen deze zouden worden afgeschoten. Zover kwam het niet want een buurtbewo
ner, wonende op de hoek van de Burgemeester Knappertlaan en de Warande kwam
bij de firma Blazer melden dat de apen bij hem op zolder zaten opgesloten. De apen
waren door een openstaand raam naar binnen gekomen en de bewoner had kans ge
zien om vliegensvlug het raam te sluiten. Gewapend met een net ging men er op af,
doch het net was niet nodig want bij binnenkomst in de zolderkamer bleek dat de
apen niet geheel fit waren. Ze werden rustig mee terug genomen naar de dierentuin en
bij nader onderzoek bleek dat de apen een borrel hadden gedronken. Ondanks de
aanwezigheid van soms wel duizende vogels waren het toch alleen maar de apen die
de vrijheid verkozen. Of miste men op zo'n groot aantal vogels soms een vluchteling
niet. Een andere keer ontvluchtte slechts één enkel aapje. Het was in een boom ge
klommen en toen het werd achtervolgd wipte het de tuin uit. Vervolgens stak hij (zij)
de Burgemeester Knappertlaan over en verschalkte zich in de tuin van R.Mees
Zoonen om daarna de tocht voort te zetten naar de tuin van de familie Beukers. Van
daaruit werden de bomen van het klooster bezocht. Daarna was het aapje in het niet
verdwenen. De achtervolging werd niet voortgezet en meneer Blazer keek vreemd op
toen hem na enkele uren het ontvluchtte aapje ter hand werd gesteld door een jonge
man de vertelde dat hij het beestje aan de rand van het Sterrebos had aangetroffen en
toen vliegensvlug een jas over zijn kop had gegooid.
De dierentuin te Schiedam was geen lang leven beschoren. Ondanks de vele buiten
landse contacten betreffende aan- en verkoop waaronder o.a. de verkoop van pin-
quins aan de dierentuin in Moskou, de verkopen aan baron Rotschild en Josephine
Baker en de door de bemiddeling van de directeur van de dierentuin te Adelaide ver
kregen vergunnig - ondanks een verbod van uitvoer van dieren uit Australië - van een
zending van 150 papegaaien, 2.000 zebravinkjes, zeldzame diamantduifjes en ver
schillende waaierstaartparkieten was het de firma toch niet mogelijk om het hoofd
boven water te houden. Steeds meer werd het dierenbezit ingekrompen en de vermel
ding in september 1929 van de firma in de rubriek faillissementen, maakte een einde
aan de Schiedamse dierentuin.
148