het schippersgilde en het metselaarsgilde zijn in 1824 of 1825 verkocht. De beker van het kramersgilde is nog vóór de opheffing der gilden in bezit gekomen van Pieter van Gilse. Dat Pieter van Gilse, behalve de leverancier, ook de maker van de bekers was, is niet onomstotelijk te bewijzen. Pieter van Gilse blijkt echter meester-zilversmid ge weest te zijn en hij moet dus ook een eigen meesterteken gehad hebben. Wat ligt daar om meer voor de hand dan de veronderstelling dat de leverancier van de bekers tevens de maker was en dat het meesterteken 'ID' het meesterteken van Pieter van Gil se was? 52 NOTEN 1. Gemeente-Archief Schiedam (GAS), Gilde-archieven in: Oud Administratief Archief (OAA), inv. nr. 3053. 2. Idem en GAS, OAA inv. nr. 3054 (rekening 1756). 3. GAS, OAA inv. 3079 (rekening 1757), 3080 (bijlagen van de rekening). 4. GAS, OAA inv. nr. 3080. Zie over het gebruik van deze letter E. Voet inNederlandse Goud- en zilver merken', 's-Gravenhage 198210 pag. 37 en 67 nt. 82 en 'Meesters in zilver' (zie volgende noot) pagina 12. 5. Catalogus 'Meesters in Zilver, werk van Rotterdamse Zilversmeden', Rotterdam/Amsterdam 1966, pag. 33 cat. nr. 103. 6. GAS, OAA inv. nr. 3079 P 10, 11, 15, 28. 7. GAS, OAA inv. nr. 3007 (rekening 1754), 3015 (bijlagen van de rekeningen). 8. GAS, OAA inv. nr. 3001 (notulen commissarissen tot het werk der vernietigde gilden) 9. GAS, Nieuw Administratief Archief (NAA), Ingekomen stukken Raad (ISR) 5 sept 1820 nr. 14A, B. Zie ook C. Wiskerke, 'De afschaffing der gilden in Nederland', Amsterdam 1938, pag. 232 e.v. 10. GAS, NAA, ISR 1 november 1820 nr. 17. 11. GAS, NAA, ISR 16 april 1824 nr. 3 en 11 november 1824 nr. 16. 12. Zie noot 5, pag. 64. 13. GAS, Collectie doop- trouw- en begraafboeken, inv. nrs. 54,20; Oud Notarieel Archief (ONA) inv. nr. 875 P 863. 14. GAS, Archief Kerkeraad Nederlands-Hervormde Gemeente, inv. nr. 318. 15. GAS, OAA inv. nr. 3053. 16. GAS, OAA inv. nr. 472 nr. 257. 17. Zie o.a. OAA, ONA inv. nr. 959 P 479. 18. GAS, klapper DTB nr. 18. 19. De Heer dr. J.R. ter Molen, adjunct-directeur van Museum Boymans van Beuningen, deelde mij op 22 augusts 1989 mondeling mee deze veronderstelling niet te onderschrijven. Volgens hem zijn de bekers zon dermeer van Jacobus Johannes Dreux.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 8