kleine correcties, welke men bij sommige criminele rechtbanken gewoon is bij resolutie zon der form van proces te bepalen. En ik heb alzo vermeend Ubij dezen te moeten aanschrijven, voortaan gene straffen houden de confinement in één der tugthuizen bij resolutie testatueren, maar in zodanige gevallen de manier van proceren in cas crimineel te observeren en de vonnissen in naam van Zijne Maje steit den Koning naar 't voorschrift der wet te pronuntieren. De Minister van Justitie en Politie (ARA, Archief Minister van Justitie en Politie 1806-1810, inv.nr. 99, d.d. 10-12-1807 nr. 28) 93 NOTEN 1. Tegenwoordige Staat,dl.5, blz. 299. 2. Siraa,passim. 3. Heeringa, blz. 5. 4. Dresch, blz.7. 5. Vgl. Van Weel I, blz. 138 en Van Weel II, blz. 24. 6. Martens van Sevenhoven, blz. 241. 7. Heeringa, blz.115, 143 en 159. 8. Rijksen, blz. 10 e.v. 9. GAS.OAA inv.nr. 354-387. 10. GAS.OAA inv.nr. 2900. 11. GAS,O AA, inv.nr. 3168. 12. GAS.OAA inv.nr. 3348, 3349. 13. GAS.ORA inv.nr.7-14. 14. GAS.ORA. inv.nr. 46-86. 15. GAS.ORA, inv.nr. 149-176. 16. GAS.ORA, inv.nr. 103-133. 17. GAS.ORA, inv.nr. 135-138. 18. GAS.ORA, inv.nr. 87. 19. RA-Schoonhoven, inv.nr. 22702. Dit stuk is als volgt gedateerd. De laatste datering, die erin wordt gebruikt, is uit 1708; en de in- struktie spreekt nog van konfiskatie, die in 1732 werd afgeschaft, als over een bestaand instituut. 20. GAS.OAA inv.nr. 1837,f.llv. 21. GAS.OAA, inv.nr. 1837,f.79. 22. Tegenwoordige Staat, dl.5, blz. 303. 23. Zie nt.9-12. 24. Zie blz. 60 25. Martens van Sevenhoven, blz. 8. 26. Heeringa, blz. 7. 27. GAS.OAA, inv.nr. 356/357, d.d.3/4/1713. 28. GAS.OAA, inv.nr. 356/357, d.d.14/9/1715. 29. Dit was het stedelijke instituut, dat zorgde voor de bedoeling van de armen (Heeringa, blz. 17). 30. GAS.OAA inv.nr. 363-365, d.d.14/3/1735 en 18/4/1735. 31. GAS.OAA, inv.nr. 363-365, 29/6/1735. 32. GAS.OAA inv.nr. 375-377, d.d.3/10/1763 en 14/11/1763. 33. GAS.OAA inv.nr. 382, d.d.20/1/1781. 34. GAS.OAA inv.nr. 384, d.d.8/6/1785. 35. GAS.OAA inv.nr. 372-374, d.d.27/12/1753. 36. Heeringa, blz. 175. 37. Heeringa, blz. 13. 38. Heeringa, blz. 12. 39. Instruktie (nt.19), art.4. 40. Zie nt.9-12. 41. Keure jegens het loope bedelen langs de huyzen, d.d. 3 maart 1714 (GAS.OAA inv. nr. 321,f.5) en Instruktie (nt.20), art.19. 42. De Graaff, blz. 16. 43. Zie nt.36. 44. Vgl. De Monté ver Loren/Spruit, blz. 172. 45. Van Weel I, blz. 144. 46. Zie nt.15. 47. GAS.ORA inv.nr.12, d.d. 29 januari 1806. 48. Zie nt.16. 49. Zie blz. 87 50. Zie nt.17. 51. GAS.ORA inv.nr. 11, d.d.20/10/1797. 52. GAS.ORA inv.nr.48,f.1 l,18v, d.d. 19 juli 1706 en Instruktie (nt.20), art.8. 53. GAS.OAA inv.nr. 360-362, d.d.20 januari 1731. 54. GAS.ORA inv.nr.57, d.d. 15 augustus 1731 en inv.nr.103, d.d. 25 juni-12 juli 1700. 55. In Den Haag werd reeds in 1795 zonder be kentenis veroordeeld (Van Weel III,passim); in Amsterdam ving dit aan in 1798 (Faber, blz. 174). 56. Tekst: Faber, blz. 305 e.v. 57. Faber, blz. 221. 58. Van Weel IV, passim. 59. Faber, blz. 128. 60. GAS.ORA inv.nr. 12, d.d. 19 december 1804- 12 januari 1805 en inv.nr.87. 61. GAS.ORA inv.nr.12, d.d. 17 oktober 1803.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 13