Bakker werd lijkwit van de schrik toen dat een officier van de Wehmacht bleek te zijn.
Deze had echter in opdracht van de Ortscommandant een halve koe bij zich. Die kon
hij krijgen voor vijf kruiken jenever!
Overal probeerde Bakker eten vandaan te krijgen. Zo organiseerde hij het onderbren
gen van kinderen in Groningen. Degenen die de kinderen wegbrachten, kregen geld
mee om tarwe te kopen. Bakker Krommenhoek kwam met de bakkerswagen de tarwe
halen, bracht zaterdags de gebakken broodjes, zodat Bakker 's zondags na de
kerkdienst halve tarwebroodjes aan de gemeenteleden mee kon geven. De grote ge
zinnen kregen extra. Ook zorgde Bakker ervoor dat arme kinderen enige malen per
week konden eten bij beter gesitueerden. Zelf hadden de Bakkers toen er gebrek aan
eten was, bijna alle dagen van de week kinderen te eten. Als één van de organisatoren
van de voedseldistributie werd bij hem twee keer in de week een grote gamel gebracht.
Kinderen konden dan komen met bord en lepel om te eten.
Na de oorlog
Is het verwonderlijk dat kort voor Bakkers eerste verjaardag na de bevrijding, op 19
augustus 1945, de parochie haar grote dank uitsprak en pastoor en mevrouw Bakker
een gedenkalbum aanbood?
Een gemeentelid hield daarbij de volgende toespraak die voor zichzelf spreekt.
Toespraak bij aanbieding van het Gedenkboek
Zeer Eerwaarde Heer Pastoor
Het Zij mij vergund, om, al is het met zekeren schroom, op deze voor zelfstandige uiting zoo
ongewone plaats, in opdracht van de commissie ter voorbereiding van deze bijeenkomst, na
mens de gemeente in niet ritueele woorden God te loven voor alle genade, die in de oor
logsjaren ons deel was, in zonderheid Hem te danken voor den steun, die Hij ons door uw
werk heeft gegeven, waarbij wij werkelijk niet voorbijgaan aan het leed, dat ook ons
deel was.
Gelijk een lichaam zonder geest dood is, alzoo is ook het geloof zonder de werken
dood.
Dit is het motief van een album, hetwelk wij u aanbieden op deze gedenkwaardigen Zondag
waarop voor het eerst de kanonnen zwijgen, waarop voor het eerst na de oorlog uw verjaar
dag herdacht werd.
In dezen oorlog hebben wij aan u gezien:
Er is geen vrees in de liefde, de volmaakte liefde drijft de vrees uit.
Daarmede bedoelen wij niet de vrees voor het oorlogsgeweld, daarmee duiden wij aan uw ze
delijke moed, om de consequenties onder de oogen te zien van uw daden van naastenliefde
toen de bezetter hier was, toen fluistercampagnes aan de orde van de dag waren.
Gij hebt goed gedaan aan alle mensen, maar allermeest aan de huisgenooten des
geloofs.
Ieder wisten wij dat voor ons zelf. Nu weten enkele commissieleden het van allen.
Wij denken daarbij aan uw huisbezoeken, die op de eerste oorlogsmorgen om half 5 aanvin
gen, aan uw raadgevingen die begonnen met de vluchtkoffer, aan de aanvullingen op het
110