dat was vastgesteld op 14 januari 1767, op 11 februari d.a.v. alleen uitgesproken en voltrokken voor zover het de geseling betrof. Na de geseling ging aldus de verbanning niet in, maar liet de openbaar aanklager van het Hof, de prokureur-generaal, Hendrik gevankelijk overbrengen naar de gevangenis van het Hof, de Gevangenpoort in Den Haag. Het Hof behandelde deze zaak, maar wees brandmerken af. Toen werd de ge vangene teruggevoerd naar Schiedam. De verbanning werd uitgesproken op 18 juli 1767. En eerst op die dag kon en moest Hendrik Holland verlaten. Bij nog één vonnis was sprake van appel van de baljuw. Tegen Lodewijk van Herwijnen) luidde de eis geseling, brandmerken, het toebrengen van een snee in de wang en verbanning. Het gerecht volstond met veroordeling tot een geldboete en verbanning. Nu is op het von nis alleen de datum 8 november 1713 aangegeven. Dit was kennelijk de dag van de vaststelling, want enkele bladzijden verder staat nog vermeld, dat de baljuw op 10 november d.a.v. appel instelde. De datum van uitspraak bleek niet te vinden. Hoe de ze zaak dus eindigde blijft duister. Misschien is Lodewijk wel overleden. Verder vroeg de baljuw vóór de exekutie van dood- en schavotstraffen altijd toestem ming aan de burgemeesters om het schavot op te richten. Dit werd geplaatst voor de pui van het stadhuis. De schepenen zagen vanuit de ramen van het stadhuis toe op de exekutie. Het publiek mocht zich op straat komen vergapen. Het kwam voor, dat ven sters op straat pamfletten verkochten met spotliedjes op de arme 'patiënten' op het schavot)105. Tenslotte moest de baljuw de beul 'bestellen'. Hij liet de beul van Haarlem komen, want Schiedam had, als de meeste steden in Holland, geen eigen 'Meester') Welke regelmaat bestond er in de toedeling van de straffen? De vonnissen geven nooit een expliciete motivering. Maar een rol, als strafverzwarende omstandigheid, heeft hierbij stellig de recidive gespeeld. De 'jeugd' van de veroordeelde was daarentegen strafverlichtend. Eveneens van belang was de procesvorm. Ingeval van een verstek- vonnis werd louter verbanning opgelegd. En natuurlijk maakte een publieke uitspraak/exekutie een straf extra-zwaar. De volgende 'straftabel' is hoofdzakelijk door onderlinge vergelijking van de vonnissen opgesteld. De delikten zijn 'uit gesplitst' over de diverse soorten van procedure. Alleen de verstekvonnissen zijn bui ten beschouwing gelaten. Resolutieproces - bedelen/vagebonderen Gebruikelijk was 'ontslag onder reprimande' of verbanning uit de stad. Het is mo gelijk, de vonnissen geven hierover geen uitsluitsel, dat alleen bedelaars van buiten de stad werden verbannen. De burgemeester van Schiedam) schreef hierover na melijk in augustus 1810: 'Er (in Schiedam) heeft gewoonlijk geen bedelarije plaats, nogtans worden er nu en dan enkele bedelaars gevonden.... De vreemde bedelaars worden uit de stad geleid.... Er zijn geen stichtingen of huizen, waarin bedelaars worden opgesloten'. - openbare dronkenschap De standaardstraf was 'ontslag onder reprimande' 87

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 7