een gothische, zandstenen, staat in Kampens Bovenkerk. Leiden laat in het eerste
tiental jaren van de 16e eeuw in de Pieterskerk een 'moderne' kansel aanbrengen, die
nog gothische elementen vertoont.
Men hing die vaste kansels aan een van de kolommen van het schip, soms aan de
noordzijde, meestal aan de zuidzijde, ongeveer in het midden. Dit laatste heeft men
ook in Schiedam gedaan.
Er is een beroemd schilderij van een Kerkprediking. Het hangt in het Rijksmuseum
in Amsterdam, dateert uit 1535 en werd vroeger aan Lukas van Leijden toege
schreven. Een monnik houdt zijn sermoen vanaf een vaste kansel aan de noordzijde
van het afgebeelde kerkschip. Er omheen zijn de gelovigen gegroepeerd (er zijn geen
banken!). Wie de kansel goed bekijkt komt op de gedachte: hij is net zo eenvoudig
van bouw als de Schiedamse! De enige sier vormt het boogpaneelwerk, waarin w.s.
allegorische figuren voorkomen, zoals in Schiedam de Evangelisten en de Goede
Herder. Het is dus mogelijk dat de notitie van 1534 het heeft over de huidige kansel!.
Dan zou het bijna volmaakte exemplaar uit 1542 in de Oude Kerk van Delft als
voldragen uiting van een ontwikkeling kunnen worden beschouwd, die zich voortzet
in de meer verfijnde overdaad van Den Haag en de late, wat academische van
Enkhuizen (Ik bepaal me tot deze drie).
Er is nog een gegeven dat op de periode rond 1534 wijst. Dat heeft te maken met de
geestesstromingen. Ook Schiedam leed onder ernstige vormen van kerkleegloop die
de gehele 16e eeuw kenmerkt, in 't bijzonder de eerste helft ervan.
Al meer dan een eeuw was in de westerse Kerk geroepen om 'hervorming in hoofd en
leden'. Een en ander vanwege het abominabele peil - doorgaans - van de geeste
lijkheid. Ook werden de vele kloosterlingen ervaren als een op de bevolking drukken
de last. De machtswil en de geldzucht van de leiders van de westerse Christenheid
vanuit Rome waren ver van evangelisch. Het treurspel van de val van Constantinopel
(1453) en het zich daardoor moeten terugtrekken van de leiding van de Oosterse Kerk
naar Moskou (Sedert de Grote Scheuring van 1054 was er toch al weinig contact meer
tussen de beide helften van de Christenheid) was een psychologische klap. De katho
lieke kerk was daardoor bitter gescheurd.
Daarbij kwam dat de ontdekking van Amerika het wereldbeeld drastisch wijzigde.
Nationalisme en kapitalisme kwamen op in een Europa dat nauwelijks bekomen was
van de verschrikkingen van de 'zwarte dood'. Renaissance en Humanisme ont
voogdden de wetenschap van het kerkelijk gezag. 'Terug tot de bronnen' werd de leus
Dan treedt Luther op.
Wat een tijd! Alles wat vast was kwam op losse schroeven te staan. Een Schiedamse
stadsklerk schreef nog in 1558 in de marge van een stadsdocument:
'Pestclencie, dier tyden ende oorloch groot
Brenct meenich man van levende lyve ter doot,
in groten noodt,
Ende hangt ons over hooft.'
Fatalisme en onverschilligheid namen hand over hand toe. De kerkverlating als ge
volg daarvan nam zulke vormen aan dat in Schiedam in 1535 een raadsbesluit van
kracht werd waarbij iedere burger verplicht werd op zondag de kerkdienst bij te wo
nen op straffe van een Karolusgulden!
135