werd ik, op voordracht van de Schuttersraad, tot lid van de Schuttersraad benoemd, eigenlijk tot plaatsvervangend lid. Maar van iemand anders heb ik nooit gehoord en ik werd steeds opgeroepen. De Schuttersraad sprak recht. Hij bestond uit zeven leden: een schutter, een kor poraal, een sergeant, een tweede luitenant, een eerste luitenant, een kapitein en de majoor. Hij had te oordeelen over alle vergrijpen tegen de tucht en over alle absenties bij de oefeningen en bij brand. De vonnissen bestonden uit boeten, bij niet-betaling te ver- vangen door hechtenis. Waar de Schiedamse schutters werden opgesloten weet ik niet; ik vermoed in het gewone Huis van Bewaring aan de Warande, naast de open bare school en het Kantongerecht. Rotterdamse schutters 'zaten' op de Delftse Poort. Alvorens zitting te nemen, werd ik door den Burgemeester beëdigd. Die zittingen aan de groene tafel in het voorgebouw van de Stadsdoelen waren wel decoratief. De ingebreke gebleven schutters kwamen voor het zondaarsbankje en hoorden zich door de auditeur-militair Mr. Maschek, een advocaat uit Rotterdam, aanklagen. Daarop konden zij zich verdedigen, wat meestal een beroep was op ziek zijn of niet vrij kunnen krijgen van de patroon. Een enkele malen waren de verzui men ernstiger. Zo herinner ik mij het volgende delict. De Duitse Keizer Wilhelm II bracht een bezoek aan ons land. Zijn vorstelijk jacht, de Jan Stout ca. 1900 143

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 19