tanten uit polderfuncties te weren, hetgeen in 1754 leidt tot een request aan de Hoog heemraden van Delfland met de klacht 'dat sij (lees: de protestanten) door het vermenigvuldigen van de Rooms-gesinden in de voom.polder genoegzaam van het molenmeesterschap geheel worden gesecludeert ende uitgeslooten, vermits bij het af gaan van een Roomse molenmeester telkens wederom een nieuwe Roomse volger aankomt'. Uit de volkstelling van 1809 (5) betreffende Kethel en Spaland blijkt dat meer dan 60% R.K. is. De Noord-Kethelpolder zal in de tweede helft van de 18e eeuw voortdurend een meerderheid van stemhebbende R.K. ingelanden gekend hebben. Dit gedeelte van het dorp Kethel kreeg de naam van het 'land der Roomsen'. De schuilkerk van de R.K. Statie Kethel(6) bevond zich dan ook in een boerderij te Noord-Kethel. Job van der Harg was gedurende vele jaren kerkmeester van de Statie Kethel. Toen de Bataafse Republiek in 1795 de formele gelijkstelling bracht van pro testant en katholiek maakte Job van der Harg deel uit van de R.K. Commissie ter uit voering van de Staatsregeling 1798(7). In het R.K.Doopboek van de Statie Kethel(8) is ook opgenomen een 'commentarium Benefactorum', waaruit blijkt dat voor 'de bouwval der kerk' rond 1800 Job Jansz. van der Harg een gift van ƒ200,-- heeft gegeven. Als Job Jansz. van der Harg in 1796(9) zijn testament maakt, verklaart hij niet boven de 50.000,- gegoed te zijn. Nog steeds wonen nakomelingen van hem via zijn dochter Adriana van der Harg (1761-1844) gehuwd met Arnoldus van der Burg Sr. (1756-1833) te Schiedam-Kethel: het gezin E.M.G. van der Burg-Lansbergen. 2. Fragment-genealogie Van der Harg I. Jasper Cornelisz. van der Harch (10); bouwman; woont in het ambacht Maasland ('Suijtbuurt'); testament Delft 1 september 1639 en 20 augustus 1658, overl. Maasland tussen 23 april 1663 en 11 mei 1663, tr. vóór 21 december 1613 Trijntgen Arensdr., tes tament Delft 1 september 1639, overl. tussen tussen 1 september 1639 en 20 augustus 1658. II. Jan Jaspersz. van der Hargh, bouwman in het dorp Maasland; testament Delft 15 september 1653, Maasluis 21 januari 1682 en Delt 14 juni 1691, tr. vóór 15 september 1653 Gieltje Gielendr., testament Maassluis 21 januari 1682. III. Ary Jansz. van der Hargh, bouwman; woont in Maasland ('Suijtbuurt'); poorter van Vlaardingen 22 november 1708; testament Maassluis 8 maart 1675, overl. 14 ok tober 1714, begr. Vlaardingen (Grote Kerk), tr. Grietgen Gerritsdr. Dycxhoom, van de Noordhoorn bij Delft, overl. 17 december 1715, begr. Vlaardingen (Grote Kerk), dr. van Gerrit Fransz. en Marijtgen Corssen Storm. IV. Jan Ariense van der Harg, geb. Maasland; bouwman; overl. Kethel 23 augustus 1737, tr. (Gerecht Vlaardingen) (R.K. Kethel) 4 mei 1710 Cornelia Ariensdr. van Leeu wen, geb. Kethel, begr. Kethel (N.H. Kerk) 13 juni 1766, dr. van Arie Ariensz. en Maartje Willemsdr. Bijl. Uit dit huwelijk: 1. Adrianus, ged.(R.K.) Vlaardingen 11 mei 1711. 147

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 23