Onder de Christenen van de eerste eeuwen was de uitbeelding van Christus met het gevonden schaap op Zijn schouders uitermate geliefd. Bij honderden zijn de uitbeel dingen ervan te tellen in de catacomben. De Christenen gebruikten die voorstelling van Christus als versluierende belijdenis, teruggrijpend op ongeveer gelijke vóórchris telijke voorstellingen. Zomaar plotseling kon er immers een vervolging losbarsten. Als keizer Constantijn de Grote in 313 de Christenen 'emancipeert', raakt de voorstel ling die als versluierende belijdenis kon dienen allengs op de achtergrond, in ver getelheid. De voorstellingen van Christus als Goede Herder zijn in het volgende twaalftal eeuwen op de vingers van twee handen te tellen (Voor zover bekend, natuur lijk). Pas in de zeventigerjaren van de 16e eeuw worden de catacomben opnieuw (bij toeval!) ontdekt. Rond 1600 komt de eerste publicatie, met reproducties! Dan plotse ling wordt het Goede Herder-motief overal overgenomen. De Contrareformatie pakt het graag op en de Romantiek idem dito. Maar als in 1601 de catacomben-Goede Herder-publicaties over Europa uitzwermen, staat er al tientallen jaren een Goede Herder op het hoofdpaneel van de Schiedamse kansel! Dus is de vraag gerechtigd: waar heeft de onbekende houtsnijder die dat paneel in Schiedam sneed, die bijna vergeten voorstelling vandaan? Of: waar hebben de opdrachtgevers, de kerkmeesters van de Grote Kerk, dat motief vandaan, als ze te gen de houtsnijder gezegd hebben: zo en zo willen we 't hebben! (Dat kwam voor; bijv. in Kampen moest de bouwervan het koor van de Bovenkerk het gewelf maken zoals dat in de St. Veitsdom in Praag!) Er is nog een derde hoogstmerkwaardig punt. Die Goede Herder - het zal ieder die hem bekijkt opvallen - heeft aan de onderzijde van de romp een sterke nadruk op zijn geslachtsdelen. Hoewel bijna 'verbloemd'. Heeft dat een bedoeling? Drie vragen, die alledrie van belang blijken voor de datering van de panelen, rijzen bij 'die fasci nerende preekstoel in de Sint Jan van Schiedam! Daarbij worden van minder belang vraagjes zoals: waarom loopt de plooival van het gewaad van de Herder horizontaal in plaats van verticaal; waarom zijn de twee 'rechtvaardige' schapen aan zijn voeten zo klein in vergelijking met het gevonden schaap op zijn schouders; waarom staan in de nisjes terzijde van de Goede Herder een kreupele en een marskramer in plaats van wijze sybillen, hellebaardiers en Joodse schriftgeleerden, zoals terzijde van de Evan gelisten, allemaal echte renaissance motieven. Ook kan hier thans niet worden in gegaan op het onjuiste, onoordeelkundige van de verplaatsing van de kansel van zijn oorspronkelijke plaats naar zijn huidige (1949!). Met alle desastreuze gevolgen daar van voor het overige meubilair. Maar de drie hoofdvragen: 1. Waarom juist in de Sint Janskerk niet de gebruikelijke Johannes de Doper voor stelling, maar die van Christus zelf? 2. Vanwaar dat half-vergeten Goede Herder- motief? 3. Vanwaar en waartoe die nadruk op de genitaliën: de 'roos'? Heel in 't kort hoop ik te kunnen aanwijzen dat de datering - rond 1600 (Rijksdienst voor de Monumentenzorg) - laatste kwart van de 16e eeuw (Jkhr Dr. Witsen Elias) - derde kwart van de 16e eeuw (Ds. Jansen) waarschijnlijk zou kunnen worden verschoven naar misschien wel de dertiger jaren van die eeuw. Zodat de Schiedamse kansel zou behoren tot de oudste van ons land, 131

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 1991 | | pagina 7